Wim en Ria Doekes: Troost, troost Mijn volk...!

Feike ter Velde • 84 - 2008 • Uitgave: 5
Wim en Ria Doekes richtten in 2001 de stichting ‘Yad L’Ami’ op - ‘De helpende hand voor Mijn volk’ - om de gelden, die ze hier via een eerder begonnen gastenverblijf verkregen, te besteden voor hulp aan de Joden, die willen terugkeren naar Israël. De Bijbel zegt (Jes. 49:22): “Zo zegt de Here HERE: Zie, Ik zal mijn hand opheffen tot de volken en mijn banier omhoog heffen voor de natiën; in hun armen zullen zij uw zonen brengen, en uw dochters zullen op de schouder gedragen worden.” Hierin vonden Wim en Ria hun inspiratie tot een mooi werk, dat ze in Israël en hier mogen doen. Ze vertellen.

“In de Romeinenbrief staat nog een inspirerende tekst, waar men heel makkelijk overheen kan lezen: ‘Want indien de heidenen aan hun (de Joden) geestelijke goederen deel hebben gekregen, behoren zij (de heidenen) ook met hun stoffelijke goederen hen te dienen’ (Rom. 15:27). Deze bijbelwoorden hebben voor ons de doorslag gegeven om concreet aan het werk te gaan. Dat wil zeggen, ook de Joodse immigratie naar Israël te helpen bevorderen. Wij, heidenen, hebben de geestelijke zegeningen van het Evangelie immers te danken aan het Joodse volk. Dat hadden de heidense gemeenten in Macedonië en Achaje kennelijk goed begrepen. Zij gaven materiële hulp mee aan Paulus voor de arme gelovigen van Jeruzalem. Dat vonden zij hun plicht en dat onderstreept Paulus hier dan ook. Ons werk wordt in de eerste plaats gemotiveerd vanuit nog zo’n sprekende tekst: ‘Troost, troost Mijn volk, zegt uw God. Spreekt tot het hart van Jeruzalem, roept het toe, dat zijn lijdenstijd volbracht is’ (Jes. 40:1-2).

We zijn beiden kerkelijk opgevoed, in de Hervormde kerk (Geref. Bond) en in de Vrijgemaakt Gereformeerde kerk. Beiden in gezinnen waar het geloof functioneerde rond een open Bijbel. Toch ontbrak het zicht op Israël. Onze liefde voor Israël begon zo’n vijfentwintig jaar geleden, onafhankelijk van elkaar. We hebben beiden ervaren dat God ons wegwijs maakte in Zijn Woord, toen we ons daarvoor openstelden. Je hart en je ogen moeten er echt voor open gaan, want van onszelf zijn we daar echt blind voor. Wim was al jaren weduwnaar. Hij ging ieder jaar naar Israël met speciale gebedsgroepen via de Near East Ministry (NEM). In Israël hebben we elkaar ontmoet. Wims kinderen waren toen al volwassen. We zijn later getrouwd en we hebben toen samen nog vier kinderen mogen krijgen.

Ons verlangen was om echt te laten zien wie Jezus is. Als we naar de geschiedenis kijken dan schamen we ons, hoe wij, christenen, ons gedragen hebben tegenover het Joodse volk. Natuurlijk waren er ook goede mensen, maar we moeten niet vergeten dat ook vanuit Nederland 104.000 Joden naar de gaskamers zijn getransporteerd. Soms vragen wij de Joden vergeving. Nu zien we eigenlijk dat, zonder de terugkeer van het volk, ook Jezus niet kan terugkeren. Als we verlangen naar de terugkomst van de Messias, moeten we eerst gaan bidden voor de terugkomst van het Joodse volk. In Ezechiël 28:25 staat: ‘Zo zegt de Here HERE: Als Ik het huis Israëls bijeenverzamel uit de natiën, in welk land ze verstrooid zijn, dan zal Ik Mij ten aanschouwen van de volken aan hen de Heilige betonen en zij zullen wonen in hun land, dat Ik aan Mijn knecht Jakob gegeven heb.’
God wacht hier op… zie wat Hij zegt: ‘Ik zal Mij over hen verblijden en hun weldoen en Ik zal hen voorgoed in dit land planten met heel Mijn hart en heel Mijn ziel’ (Jer. 32:41). Het is een zielsverlangen van God! Wat een verlangen van de Bruidegom naar Zijn bruid! God zal zichzelf openbaren aan Zijn volk, op de bergen van Israël. Maar dan moeten ze wel eerst terugkeren. Zolang de Joden niet terug zijn in Israël, kan Jezus niet terugkomen. Want Hij gaat Zichzelf hier, op de bergen in Israël, aan Zijn volk openbaren. Daarom is er zoveel strijd om Israël? Nog even terug naar het Profetisch Woord. In Ezechiël 36:8,9 staat: ‘Gij bergen van Israël, zult uw takken voortbrengen en uw vruchten dragen, voor Mijn volk Israël, want nabij is Zijn komst. Want zie, Ik kom bij u en keer Mij tot u, gij zult bewerkt en bezaaid worden.’ De vijand doet er alles aan om dit te verhinderen. Weet hij beter dan de kerk hoe Gods programma eruit ziet?
Het is allemaal heel anders dan wat we vroeger deden. Ria werkte hiervoor al tien jaar in Israël als kraamverzorgster. Wim werkte in Nederland in de waterzuiveringtechniek. Sinds we ons gastenverblijf in Nederland hebben gesloten, wonen we in een klein flatje in Jeruzalem. Daar is ook ons kantoor van Yad L’Ami gevestigd. We hebben er naar gestreefd de kosten zo laag mogelijk te houden. Het werk draait vooral op vrijwilligers. Zo hebben we momenteel ook een echtpaar als vrijwilligers aan het werk, dat ons helpt met het bezoeken van overlevenden van de holocaust. Die mensen hebben het heel moeilijk en moeten hulp hebben om te kunnen overleven. Momenteel zitten we ook veel in het plaatsje Sderot, dat vlak tegen de Gazastrook aan ligt. Dagelijks komen hier raketten neer. Daar zijn veel mensen, gezinnen ook, in grote nood geraakt en dan kom je de meest uiteenlopende dingen tegen, zoals mensen die een gehoorapparaat nodig hebben, omdat ze door een enorme ontploffing van zo’n raket, vlakbij hen, ernstige gehoorbeschadiging hebben opgelopen. In gezinnen komen allerlei problemen voor door die voortdurende terreur. Kinderen kunnen niet meer op school meekomen door concentratieproblemen. Andere kinderen hebben medicijnen nodig, zijn weer in bed gaan plassen en willen ’s nachts niet meer alleen in bed slapen, alleen nog bij hun ouders. Ze staan onder grote spanning. Waar we kunnen, door een gezellig bezoekje, een goed gesprek of financiële hulp, helpen we. Daarnaast verlenen we hulp aan een huis voor alcohol- en drugsverslaafden. We zetten ons in voor gezinnen met kinderen die straks naar school gaan. We zorgen voor een schooltas met inhoud voor het nieuwe schooljaar. Vooral Joodse gezinnen uit Ethiopië kunnen dit meestal niet zelf betalen. Veel gezinnen voorzien wij van voedselbonnen tijdens de Bijbelse feestdagen. Ook geven wij hulp aan gaarkeukens.
Ons werk staat goed bekend in Israël. Wij hebben goede contacten met sociaal werk en andere instanties. In Sderot werken we vaak samen met het hoofd van de hulpdiensten, maar ook met sociaal werk en andere instanties. Wij zijn officieel erkend door de overheid. Wij hebben een officiële stichting, die bestaat uit een bestuur dat meedenkt en stem heeft in ons beleid en de uitvoering daarvan. In de eerste plaats willen we iets van Jezus laten zien. En dan mogen we vertellen over de hoop die in ons is. Bidden is een van de belangrijkste dingen. Jesaja 62:6 zegt, dat God ons als wachters heeft aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Er staat zelfs: ‘Gunt u geen rust.’ En… ‘laat HEM geen rust tot dat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde.’
Wij gaan zelf naar een Messiasbelijdende gemeente in Jeruzalem. We kunnen dan samen met anderen de nood bij onze God brengen en samen Zijn wil zoeken. Het mooiste is, om iets van Gods hart te mogen laten zien en iets van Zijn liefde te mogen doorgeven en te zeggen tegen het Joodse volk: ‘Vrees niet Sion, zie uw heil komt. De Here, uw God, is in uw midden, een held, die verlost’ (Sef. 3:16-17).
Mensen vragen zich af of dit wel realistisch is? Wij geloven, dat wat God beloofd heeft ook zal geschieden! Wat zou het fantastisch zijn om te zien dat God tot Zijn eer komt. Het gaat niet eens om Israël, maar Hij gebruikt dit volk uiteindelijk om de eer van Zijn eigen naam.
Doen we wat Gods Woord vraagt? Dat wij als Gemeenten massaal zullen opstaan om tot daadwerkelijke hulpverlening te komen en het volk van Israël te vertellen dat het niet alleen staat. Wij willen in de eerste plaats uitroepen dat de Gemeenten wakker moeten worden. De kerk kan niet zonder Israël! God en Israël horen bij elkaar, daar kunnen we niet omheen.
Nu, vandaag, in het laatste der dagen, in deze vreselijke spannende tijd, nu bijna de hele wereld tegen Israël opstaat, nu Israël nauwelijks de weg meer weet, moet daar de Gemeente van de Here Jezus zijn plaats innemen om een muur rondom hen te zijn. God gebruikt mensen, u en ons!”

Feike ter Velde