Woord van het geloof

Feike ter Velde • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 6
Het gepredikte woord in de samenkomst van de gemeente is van levensbelang voor die gemeente, voor haar opbouw, groei en bloei. Het is van levensbelang voor de jeugd in de gemeente. Het gepredikte Woord moet daarom zijn: een Woord van geloof.

De prediking van Gods Woord staat behoorlijk onder druk. Voor veel predikanten is het een grote strijd om steeds maar weer een nieuwe preek te maken. In veel kerken mag de preek vooral niet te lang duren, twaalf tot vijftien minuten had het voorbereidingscomité van de evangelisatiedienst mij opgegeven voor de speciale kerkdienst. Bij de evangelischen ontbreekt vaak de theologische en exegetische ondergrond en verwordt de preek niet zelden tot een aaneenrijging van verhaaltjes en ervaringen van mensen. In de orthodox-gereformeerde sectie van de kerk is de preek vaak veel te ingewikkeld en vooral omzwachteld met de kenmerken van de eigen traditie.

DR. GRAAFLAND
De Hervormde Prof. Graafland stelde onlangs in een betoog voor studenten in de theologie, dat de kloof tussen de predikant en de gemeente zo groot is geworden vanwege de ingewikkeldheid van de gereformeerde theologie. Een ingewikkeldheid die we in de Bijbel niet terugvinden, vermeldde hij erbij. De professor riep op tot terugkeer naar de eenvoud van de bijbelse prediking. Dit geluid is van professor Graafland niet nieuw. Op heel veel plaatsen en bij heel veel gelegenheden heeft hij zich uitgesproken voor de eenvoudige, maar vooral bijbelse prediking van het geloof. Ook spreekt hij vaak en veel over de 'oorspronkelijke kracht van Gods Woord', een kracht, die er door de Heilige Geest aan gegeven wordt. Het levende Woord werkt door de kracht des Geestes. Waar Woord en Geest in de gemeente en in de prediking de alleenheerschappij wordt gegeven komt er een krachtige reformatie van heel de kerk. Hij schrijft:

"Werkelijke reformatie ontstaat ook nu, wanneer opnieuw aan het Woord alleen en aan de Geest alleen alle heerschappij toekomt. Laten we eraan denken dat dit enorme gevolgen heeft. Want dat betekent op z'n minst dat Woord en Geest ons en onze gemeenten ook nu alle rompslomp, die wij met onze gereformeerde traditie hebben aangebracht, gaat aftrekken. We houden dan waarschijnlijk niet veel, of misschien wel niets over. We komen naakt aan de dijk te staan. Een beschamend ontnuchteringsproces laat de Geest ons doormaken. Net zolang, totdat we niets meer overhouden, dan het Woord alleen en de Geest alleen".

Wat zou het een zegen als in kerk en gemeente deze woorden zouden doordringen. Terug naar de Bijbel. Wat zegt God in Zijn Woord en dan Hem en Zijn Woord serieus nemen.

Doen wat er staat. Dan wordt niets meer weg-getheologiseerd in een moeilijk stelsel van 'enerzijds en anderzijds'. Maar "dan groeien wij, ons aan de waarheid van Gods Woord houdend, in elk opzicht naar Hem toe, die het Hoofd is, Christus" (Ef.4:15).

EEN GROOT GEVAAR
Een groot gevaar voor heel de Gemeente van Christus, reformatorisch en evangelisch, is de zogenaamde moderne bijbelopvatting. Allerlei theologen doen vandaag pogingen om ons van dat eenvoudig bijbelgeloof af te helpen. Al in 1977 schreef de Groninger Oudtestamenticus, dr. C.J. Labuschange, een boekje met de titel 'Wat zegt de Bijbel in Gods Naam'. De titel klinkt als een vloek. De inhoud van het boekje is niet minder dan dat. Is de klacht over de orthodox-gereformeerde theologie dat ze te moeilijk is en teveel aan rompslomp over zich heeft aangebracht, de modernistische visie van Labuschange is nog erger. Met het gezag van de wetenschapper stelt hij dat wij, niet-bijbelwetenschappers, de Bijbel niet meer zonder de theologen kunnen lezen of verstaan. De theologen - en dan natuurlijk uitsluitend de modernistische theologen zoals Labuschange zelf - zijn de enige die de Bijbel begrijpen en kunnen uitleggen. "Zonder gebruiksaanwijzing kun je eigenlijk niets met de Bijbel beginnen" is een uitgesproken stelling van de man. Hij plaatst zichzelf hoog op de troon als hij zegt, geciteerd door prof. Kuitert in Trouw van 2 juli 1977 : "Wat een baarlijke nonsens kunnen mensen elkaar verkopen over dingen, waarvan ze geen verstand hebben en toch verstand van moeten hebben, willen ze er zinnig over kunnen praten. Zo gaat het met alles wat over de Bijbel gezegd wordt; veel daarvan is ondeskundige praat, in elk geval geldt dat voor de traditionele bijbelopvatting(!)".

Hier zit de adder onder het gras. Men duldt de 'traditionele bijbelopvatting' niet meer. Deze modernistische theologen kwalificeren een ieder, die een traditionele bijbelopvatting heeft als 'ondeskundig' zo niet als 'onbenullig'. Men stelt met grote zekerheid vast, dat God helemaal niet gesproken heeft, maar dat de Bijbel God 'sprekend invoert'. "Wij horen God niet spreken in de Bijbel en de Israelieten hebben Hem ook niet horen spreken. 'Woorden van God' in de eigenlijke zin bestaan niet", aldus Labuschange. Deze opvattingen worden door zeer veel theologen aangehangen en als 'theologische wetenschap' omhelsd en aan de gemeente in de zondagse preek 'verpakt' doorgegeven.

Veel modernistische predikanten 'verpakken' de vrijzinnigheid in woorden, die rechtzinnig overkomen. Gevraagd aan een Gereformeerd predikant waarom hij zijn uitgesproken vrijzinnige opvattingen niet duidelijker naar voren brengt vanaf de kansel, antwoordde hij mij: "Dat zou de gemeente nog niet kunnen dragen. Je moet het doceren. De jongeren staan er meer voor open dan hun ouders. Via de catechesatielessen is het makkelijker over te dragen. Zó werkt het toch door". Zo kijken sommige predikanten dus aan tegen de gemeente van Christus. Het schokkende is dat veel mensen hun vrijzinnigheid, verpakt in orthodoxe woorden, niet opmerken.

Wijlen ds. W. Glashouwer, de vroegere voorzitter van de EO, waarschuwde kerkmensen in de zestiger jaren reeds voor de verhulde vrijzinnigheid. 'Als de preek krachteloos is en er allerlei filosofie in verpakt, dan moet men reeds gewaarschuwd zijn. Daar ligt de modernistische bijbelopvatting van de predikant achter". Deze modernistische bijbelopvatting is niet langer een onschuldige vorm van vrijzinnigheid die vanzelf weer overgaat. Ze draagt cynische, kritische, hatelijke en godslasterlijke trekken in zich, die een zekere mate van vijandschap verraden. Ze is bedreigend en uiteindelijk dodelijk voor heel de kerk. Ze is teken van de laatste dagen, waarin de geest van de Antichrist rondwaart om het geloof in de Zoon van God definitief te ontdoen van elk bijbels fundament en om dat geloof om zeep te helpen.

UITGEHOLD GELOOF
Het cynische en hatelijke blijkt bijvoorbeeld uit Kuiterts boek 'Jezus, nalatenschap van het christendom". Als christenen zingen 'Ga niet alleen door 't leven' of 'Scheepke onder Jezus' hoede' met de zin: "Wij hebben 's Vaders Zoon aan boord", zegt Kuitert: 'Jezus moet mee, ter geruststelling, zoals een kind zijn teddybeer mee naar bed moet hebben, anders kan het niet rustig slapen" (pag. 227). Wat een neerbuigend cynisme en minachting spreekt hier uit.

Wat men door het modernisme overhoudt is een uitgehold geloof, dat weinig meer met waar geloof te maken heeft. Kuitert en zijn geloofsgenoten kunnen vooral niet om de apostel Paulus heen. Zoals hij de geloofsleer heeft verwoord wekt de woede van elke zondaar, voordat hij zich gewonnen geeft aan 'het evangelie van Paulus' - mijn Evangelie, zegt hij. Kuitert zegt (ik citeer, maar excuus voor de godslastering in deze woorden) : 'Waarom moest Jezus zo nodig? Hij moest of moet helemaal niet, van wie zou hij trouwens moeten? Het zijn de christenen zelf, die - in navolging van de apostel Paulus - Jezus uitleggen als hun zondebok, het lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt (of aan welk ritueel men ook de voorkeur geeft), omdat hun legitimatie tegenover de joden, van wie ze zich hebben losgemaakt, ervan afhangt. Ze lopen op het dunne ijs van Paulus' uitleg, maar geloven hem maar al te graag; die uitleg is de tak waarop ze zitten".

HET WOORD DES GELOOFS
Bij al deze modernistische bijbelkritiek is het goed om te lezen wat Ds. Glashouwer schrijft over de Here Jezus, zoals Hij ons wordt geopenbaard in het Evangelie van Johannes: "Het geheim van het Woord is de Here Jezus Christus Zelf. Maar Hij is ook het geheim van de hele Bijbel. Hij heeft Zelf gezegd: "Onderzoekt de Schriften, die van Mij getuigen, de rol des boeks is met Mijn Naam vervuld". Voorts schrijft hij: "De Here Jezus Christus is ook het geheim van de prediking van het Woord van God. Dan kom je bij de kerk en bij de gemeente. Als daar werkelijk het Woord van God verkondigd wordt, dan wordt daar de Here Jezus groot gemaakt. Dat is ook het kenmerk van de ware Gemeente van Christus hier op aarde".

Feike ter Velde