Zegen van Jakob (4)

Henk Schouten • 87 - 2011 • Uitgave: 17
‘De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt en Hem zullen de volken gehoorzaam zijn.’

Dit is profetie van de eerste orde. Hier wordt door de Here God aan Jakob een geweldig inzicht gegeven in toekomstige dingen. Het enige vreemde is dat deze profetie, zoals zo dikwijls met profetie het geval is, door mensen zo slecht begrepen en gewaardeerd wordt. Laten we eerst aandacht geven aan de afzonderlijke zaken. Wanneer ons inzicht daarin groeit, vallen de stukjes vanzelf op hun plaats en wordt ons weer iets van Gods machtige plan geopenbaard.

De scepter zal van Juda niet wijken
De naam Juda komt van het Hebreeuwse Jadah. Dat woord is een mix van erkennen, belijden, dankzeggen en lofprijzen. God erkennen, schuld belijden, dankzeggen dat God ons genadig is. Uit Juda zal voortkomen en is reeds gekomen: die een Verlosser zijn zal, Jezus Christus. Hij is de Messias, Gods Zoon, uit het geslacht van David, zo subtiel verborgen in de naam Juda. JHWH naar JHWDH. De toevoeging van de letter D aan Gods Naam is een stille verwijzing naar Davids grote Zoon, Jezus Christus.
Een scepter is een soort staf die duidt op koninklijke waardigheid en groot gezag. Een koning kon met een kleine beweging van de scepter iemand het leven schenken, maar ook direct het leven nemen. Het woord scepter komt van het Hebreeuwse werkwoord dat slaan of verbrijzelen betekent. Er wordt met dit woord verwezen naar de eindoverwinning, waarbij al het kwade en boze dat er is, wordt neergehouwen en verbrijzeld.
We zien later uit de stam van Juda koning David opkomen en hij is nog maar een voorloper van de grote koning die komen zal. David sloeg zijn vijanden neer. Hij heeft vele tegenstanders overwonnen, na hem kwam de vredekoning Salomo.

Toen de Joden hun bijbel in het Grieks vertaalden, kozen zij voor het woord scepter het Griekse woord ‘archoon’. Dat Griekse woord ‘archoon’ betekent ook ‘heerser’. De heerser zal Juda niet verlaten. Er zal altijd een heerser in Juda zijn. De Here Jezus wordt in Openbaring 1:5 ook de ‘archoon’ genoemd. Daar vertaald als de ‘overste’ der koningen. Jezus Christus is Heer en Heerser uit de stam van Juda. Het was aan Jakob gegeven deze dingen in zijn zoon Juda te zien en deze dingen in profetische taal te spreken. De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten.

Heerserstaf
Het Hebreeuwse woord ‘mechooqeq’ in onze taal ‘heersersstaf’ heeft te maken met ordenen en wordt verstaan als wetgeving of wetgever. Op andere plaatsen lezen we dat van Sion de wet zal uitgaan. De Joodse woorden en letters hebben allemaal een getalswaarde. En nu is de getalswaarde van het woord ‘heersersstaf’ in het Hebreeuws gelijk aan die van het woord ‘Abraham’. De rabbijnen maakten daar weer wat moois van, wat ik u doorgeef. Dit betekent volgens hen: Dat er in de stam van Juda nooit mensen zullen ontbreken van het formaat van Abraham, die het volk kunnen leiden en de Thora, de Joodse wet levend houden. Opvallend is ook dat er in die Thora, die Joodse wet, zeg maar de eerste vijf Bijbelboeken, 248 positieve geboden staan. En dat is precies de getalswaarde van het woord heersersstaf en het woord Abraham. Hoe dan ook, de leiding over de 12 stammen wordt duidelijk aan Juda gegeven. Juda zal de richting die met Abraham is begonnen, moeten vasthouden. Juda zal ook anderen die richting moeten wijzen. Want er staat ook: ‘Hem zullen de volken gehoorzaam zijn’ (slotvers 10).
Daar gaat het over u en over mij. Daar gaat het over onze relatie tot het volk van God, tot Juda, tot Jezus. Wij horen tot de volkeren. Wij horen tot al die mensen voor wie en tot wie Jezus Christus Gods Zoon is gekomen, uit het geslacht van Abraham, uit de stam van Juda uit het huis van David.

Totdat Silo komt
Wat wil dat kleine zinnetje 'totdat Silo komt' zeggen?
Het makkelijkst zou zijn als er gestaan had, als de Messias komt. Dat staat er niet en daarom moeten we voorzichtig zijn. Het woord Silo betekent: ‘Dat wat in ons is, moet Hem worden aangeboden’. Dat is voluit evangelie. Wanneer komt de vrede, de gerechtigheid, wanneer komt het heil. Het komt op het moment wanneer wij dat wat in ons is Hem aanbieden. Wanneer wij tot God gaan, tot de grote zoon uit Juda, tot Jezus. Jezus roept: “Komt allen tot Mij en Ik zal u rust geven.” We moeten onszelf aan Hem aanbieden. Hoeveel houden we achter, hoeveel willen we voor onszelf houden. Hebt u, heb jij je geheel en al aan Hem gegeven. Wij moeten onszelf, onze mogelijkheden aan God aanbieden, dan zal de rust daar zijn. Dan zal God ons onze oorspronkelijk roeping teruggeven, dan kunnen we weer in gemeenschap met Hem leven. De gemeenschap die weggevallen was door de zonde wordt in onze volledige overgave aan Zijn Zoon weer ons deel. We moeten de weg gaan die God ons wijst.

ds. Henk Schouten