Ziekenzalving en genezing? (1)

drs. Martha Sebens • 83 - 2007 • Uitgave: 17
Ziekenzalving en genezing? (1)

De vertaling van Jakobus 5:14-16




In dit artikel gaan we na of Jakobus belooft dat de zieke genezen wordt, in een tweede artikel gaan we in op het zalven van zieken.



Genezing?

Belooft Jakobus in hoofdstuk 5:15 dat het gelovige gebed de zieke gezond zal maken, zoals de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951 zegt, of dat de zieke gered zal worden (Nieuwe Bijbelvertaling)?



Om een antwoord op deze vraag te vinden, is het goed te beginnen met de vertaling van vers 16b: ‘Bid voor elkaar opdat u zult genezen.’ Je kunt ook vertalen: ‘Bid voor elkaar dat u zult genezen.’

De NBV heeft op dit punt een steekje laten vallen: De vertaling ‘Bid voor elkaar, dan zult u genezen’ is niet correct. Jakobus roept z'n lezers op om te bidden om genezing.

In vers 16 gebruikt Jakobus het werkwoord 'iasthai' (genezen). Dit is een medische term: Bid maar om lichamelijke genezing! Verwacht veel van dat gebed, maar de uitkomst is aan God! Jakobus belooft in vers 16 dus geen genezing; zou hij dat dan in vers 15 wel doen?!



Zieken

Nu naar vers 14: Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen. Het gaat in vers 14 om iemand die ernstig ziek is. Het Grieks kent nl. verschillende omschrijvingen voor ziek zijn, bijv.: ziek zijn, een ziekte hebben, maar ook het werkwoord 'zieken'. Jakobus gebruikt hier het werkwoord 'zieken' (asthenein). De Griekse arts Hippocrates (400 v.Chr.) schrijft dat 'iemand die ziekt zieker is dan iemand die ziek is' (Geneeskunst, XII). Als iemand ziek is en sterft, wordt er in het NT dan ook altijd dit werkwoord 'zieken' gebruikt.



Redden

In vers 15 schrijft Jakobus dat het gelovige gebed de zieke zal sooizein. Dit werkwoord wordt vooral gebruikt in de betekenis van redden, verlossen, behouden. Het gaat hierbij vaak over eeuwig behoud, bijvoorbeeld Matteüs 10:22: 'Wie standhoudt tot het einde zal worden gered.'

Dit werkwoord redden krijgt soms de betekenis van redden van ziekte.
Redden van ziekte kunnen we vaak vertalen als genezen.



In Matteüs 9:21-22 wordt drie keer het werkwoord sooizein gebruikt; één keer in de betekenis van redden, twee keer in de betekenis van redden (van ziekte).

In het Nederlands klinkt redden van ziekte wat gekunsteld. We zouden ook kunnen vertalen: verlossen en verlossen (van ziekte). In Matteüs 9 denkt de vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed: ‘Als ik alleen het bovenkleed van Jezus maar kan aanraken, zal ik al genezen worden,.’ Jezus zei tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered.’ En vanaf dat moment was de vrouw genezen.

We kunnen hier, net als het Grieks, drie keer hetzelfde werkwoord gebruiken: De vrouw dacht: ‘Als ik alleen zijn bovenkleed maar kan aanraken, zal ik al verlost worden.’ Jezus zei: “Uw geloof heeft u verlost.” En vanaf dat moment was de vrouw verlost. Ze was verlost van ziekte, maar ook van zonde en dood.



In Marcus 6:56 wordt ook dit werkwoord redden, verlossen gebruikt. De NBV vertaalt dit ene werkwoord op twee manieren: ‘Iedereen die hem aanraakte werd gered en genas’ (dus: werd gered en werd gered van ziekte).

Ook bij de blinde bedelaar, in Marcus 10:52 klinkt deze dubbele betekenis door: ‘Ga heen, uw geloof heeft u gered.’ En meteen kon hij weer zien.

In Handelingen 4:9 en 12 worden ook beide betekenissen gebruikt. Aan Petrus en Johannes wordt gevraagd hoe het komt dat de verlamde man is genezen (vers 9), maar vers 12 zegt: Door niemand anders kunnen wij worden gered, want Jezus' naam is de enige op aarde die de mens redding biedt.



In Jakobus 5 vers 15 belooft Jakobus dat de zieke die in geloof bidt, zal worden gered, verlost. Hij zal worden verlost van ziekte en verlost van zonde en dood.

Als een gelovig iemand een ziekbed heeft gehad en gestorven is, zeggen wij ook dat hij verlost is van alle ziekte, angst en pijn. God heeft hem verlost en verder lijden bespaard. Van iemand die gestorven is zeggen we niet dat hij genezen is, maar wel dat hij verlost is van z'n ziekte.

Zo iemand is niet alleen verlost van ziekte, hij is ook verlost van zonde en dood; dat is er onlosmakelijk mee verbonden.

Jakobus belooft in vers 15 dat de zieke verlost zal worden: verlost van ziekte, verlost van zonde en dood. Dit is een stellige belofte. Jakobus belooft niet dat de zieke lichamelijk beter zal worden. De vraag of de zieke ook lichamelijk zal genezen, laat Jakobus open.



Opstaan

De Heer zal hem laten opstaan (egeirein), zo belooft Jakobus. Dit werkwoord betekent letterlijk wekken, wakker maken. Het wordt vooral gebruikt voor het wekken uit de 'slaap des doods'; vaak wordt dan vertaald op-gewekt: 'Nadat ik uit de dood ben op-gewekt, zal ik jullie voorgaan naar Galilea' (Matt. 26:32).

Het wordt zo ook gebruikt voor het wekken van de doden op de jongste dag.



Drie stellige beloftes

Jakobus belooft dat de zieke verlost zal worden van alle ziekte: een stellige belofte. En dat hij op de jongste dag zal opstaan: ook een stellige belofte.

En als hij zonden gedaan heeft en daarom ziek is, het zal hem vergeven worden. Alweer een stellige belofte.

Jakobus geeft in deze verzen oneindig rijke beloften: zonden zullen vergeven worden, de zieke zal verlost worden van ziekte, zonde en dood en op de jongste dag zal hij gewekt worden. Een Godswonder! Of willen we een nog groter wonder?



Martha Sebens



Drs. Martha Sebens is docent Grieks en Latijn aan de vooropleiding van de Theologische Universiteiten in Kampen en Apeldoorn.