Zijn heerlijkheid aanschouwen

ds. Oscar Lohuis • 84 - 2008 • Uitgave: 1
Zijn heerlijkheid aanschouwen

Het is mogelijk van iemand te houden vanwege datgene wat die persoon je te bieden heeft. Omdat die ander jou een gunst bewijst of jou iets geeft, voel je je tot hem of haar aangetrokken. In het zakenleven zal het vaak zo gaan, dat relaties worden aangegaan om het voordeel dat er mogelijk voor het eigen bedrijf in zit. In de uitgaanswereld zal het ongetwijfeld veel gebeuren dat jongeren of volwassenen zich tot elkaar aangetrokken voelen, omdat ze uit zijn op datgene wat ze zelf binnen willen halen. Zelfs in het huwelijk kan het zo zijn dat de liefde voor de ander afhankelijk is van wat die ander te bieden heeft. De liefde van de man gaat door de maag, zeggen we dan. Wanneer je daar wat langer over nadenkt, dan ga je beseffen dat dit eigenlijk helemaal geen echte liefde is. Het is hooguit zelfliefde, maar niet meer dan dat. Het is eigenlijk ronduit egoïstisch om vanwege het voordeel dat er voor jou inzit een relatie met iemand aan te gaan.
Je kunt ook van iemand houden vanwege wie die ander is. Je krijgt oog voor de eigenschappen van die ander en gaat die waarderen. Je gaat zien wat mooi en goed is in die ander en je denkt: wat een prachtmens is dat. Zonder bijoogmerk krijg je bewondering voor die ander en ga je van hem of haar houden.
Evenzo kunnen mensen om verschillende redenen tot God gaan. Velen gaan tot God om het voordeel dat er voor hen inzit. Heer, wilt u mij zegenen? O God, geef mij blijdschap, vrede en geluk. En we zeggen tegen mensen: waarom bid je niet, het helpt echt! De boodschap wordt dan vooral dat God óns wil helpen, er voor óns wil zijn en onze noden wil verzachten. Alsof het draait om ons. Het perspectief is dan verschoven van God naar de mens. Op die manier wordt God een soort hemelse diensknecht die op afroep voor ons beschikbaar is. God dienen om het voordeel dat het ons oplevert is de zaak omdraaien: wie dient wie?
We zijn allemaal geneigd tot geestelijke zelfgerichtheid. Zelfs in onze godsdienst is het mogelijk nog steeds op jezelf gericht te zijn. Ten diepste is dat geen liefde voor God, maar liefde voor jezelf. Juist daarin blijkt hoezeer de mens vaak gebonden is aan zichzelf.
Wat wordt het anders wanneer je zicht krijgt op de heerlijkheid van God. De bekering houdt in dat je ogen open gaan voor wie Hij is. De schellen vallen van je ogen en voor het eerst of opnieuw zie je ineens iets van de schoonheid en heiligheid van onze God. Je gaat steeds meer van Zijn eigenschappen doorgronden en langzaam, maar zeker gaat er een lied in je hart klinken: O Heer, U bent wonderschoon! Dan ga je van God houden om wie Hij is. In de Bijbel gaat het voordurend om de openbaring van de Heer. Jezus is uiteindelijk gekomen om ons de Vader te openbaren. Het Woord is vlees geworden en heeft onder gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd (Joh. 1:14). De apostel Johannes kan er maar niet over uit wanneer hij zijn eerste brief opent: wij hebben gehoord, wij hebben gezien, wij hebben aanschouwd, onze handen hebben getast. Het leven is geopenbaard! Wij getuigen van hetgeen we hebben gezien (1Joh. 1:1-4)! Johannes was heel innig van Jezus gaan houden, omdat hij Jezus zelf had leren kennen. Dat hij later om het getuigenis van Jezus verbannen was naar Patmos, dat deed er niet zo veel meer toe. Hij had immers de Here gezien en wist zich in alle omstandigheden aan Hem verbonden.
God geeft ons niet waar wij om vragen, maar Hij geeft ons wat wij nodig hebben. En dat is in de eerste plaats een diepere openbaring van wie Hij zelf is. Daarin ligt voor ons de grootste zegen. Daardoor worden wij verlost van onze zelfliefde, van de gebondenheid aan onszelf, die ons zo diep ongelukkig maakt. Daardoor krijgen wij een veel en veel groter perspectief, waardoor onze problemen en moeiten in een heel ander daglicht komen te staan. Het is veel heilzamer om zicht te krijgen op de glorie van God, dan dat God altijd doet wat wij willen en waar wij om bidden. Dan wordt Hijzelf onze grootste schat. Dan wordt Zijn geluk ons geluk. Dan weten wij onszelf gelukkig in de kennis van de Heer, onze God, zowel in tijden dat het meezit als in tijden dat het tegenzit. Wie de Heer zoekt, niet om wat Hij te bieden heeft, maar om Hem te kennen en aanbidden, zal zalig zijn. Omdat Hij Zelf zo onvoorstelbaar gelukzalig is (1Tim. 1:11).

Ds. Oscar Lohuis