Zo lief had God de gemeente…

ds. Theo Niemeijer • 84 - 2008 • Uitgave: 25/26
Er wordt vandaag nog al eens geroepen: “Als God liefde is, waarom gebeurde er dan die vreselijke ramp in Birma en dat vreselijke vliegtuigongeluk, waarbij honderden mensen omkwamen en waarom moest ik mijn geliefde aan die vreselijke ziekte kwijtraken? Als er een God bestaat, kan Hij er dan niet voor zorgen dat er nu eindelijk eens een einde komt aan alle geweld en ongerechtigheid?”
We hoeven elkaar niets wijs te maken. Wat kunnen we ons soms door God in de steek gelaten voelen. Eigenlijk kunnen we ons beter afvragen wat de oorzaak van alle ellende is en wát God zou moeten doen om alles weer beter te maken.

Hoe het allemaal begon
De ellende op deze wereld is begonnen op het moment dat de mens, zonder God, zijn eigen weg wilde gaan. In de Hof van Eden, toen alles nog volmaakt was, at de mens van de verboden vrucht van de boom van kennis van goed en van kwaad. Hiermee zette de mens zich als het ware op Gods troon, om zelf te kunnen beslissen wat nu wel goed en kwaad is. De gevolgen bleven niet uit! Al heel spoedig kreeg je het eerste huwelijksconflict tussen Adam en Eva, die elkaar de schuld gaven van hun eigen fouten. Kort daarop sloeg Kaïn zijn broer Abel dood, waarmee het geweld op aarde losbrak. In de tijd van Noach lezen we over zoveel geweldenarij, losbandigheid, onmatigheid en goddeloosheid, dat God besloot de wereld met een zondvloed te verwoesten, waarbij Hij echter Noach en zijn gezin spaarde!

Wat de mens allemaal zelf veroorzaakte
Niet de schuld van God, maar onze eigen schuld is er de oorzaak van dat er zoveel ellende in de wereld is. De mensheid ontwikkelde een ‘gecultiveerde’ samenleving met elektriciteit, telefonie, auto’s, vliegtuigen, computers en ga zo maar door… op het eerste gezicht fantastisch! Maar de gevolgen voor de mensheid zelf bleven niet uit: ongelukken, stress, welvaartsziekten, depressiviteit en andere psychische ziekten, miscommunicatie en eenzaamheid. Om nog maar niet te spreken van de gevolgen voor de schepping, die dreigt ten onder te gaan aan de toenemende vraag naar grondstoffen en aan milieuvervuiling.
Wat zou God er nu aan moeten doen? Er is maar één antwoord: de mens, die de grootste bedreiging voor het voortbestaan van de schepping is, uitroeien!

God besloot de mens niet uit te roeien
In Noach werd tijdens de zondvloed de mensheid gespaard. De Here God wilde de mens, die Hij zo voortreffelijk geschapen had, niet vernietigen. Noach kreeg een nieuwe kans. Via zijn drie zonen (Sem, Cham en Jafeth) werd de aarde weer opnieuw bevolkt. Hoewel God de mens gespaard had, bleek dat deze echter geen haar veranderd was. Onverbeterlijk bleef de mensheid maar door zondigen en gaf ze zich over aan verschrikkelijke goddeloosheid. Als wij God zouden zijn, dan hadden wij het allang met deze rebellerende, hoogmoedige, eigenwijze en tegenstribbelende wezens gehad. Maar de Schepper heeft enorm veel geduld. Hij had immers besloten de mensen te sparen, ook al zijn ze zelf de grootste bedreiging voor het voortbestaan van de aarde. Net zoals in de dagen van Noach geeft God ook nu een kans om het naderende oordeel, dat wis en waarachtig over de mensheid zal komen, te ontvluchten.

Ik zal Mijn gemeente bouwen
Zoals Noach de ark bouwde om aan het oordeel te ontkomen, zo beloofde de Here Jezus de gemeente te bouwen. De gemeente is Gods bouwwerk in deze tijd, die bij het naderende oordeel de enige mogelijkheid zal bieden om bewaard te blijven. Er wordt al 1975 jaar aan de Gemeente gebouwd en alles wijst er op, dat het bouwwerk spoedig voltooid zal zijn, precies voor de naderende ‘zondvloed’, waarin de aarde door Gods oordeel getroffen zal worden. Nu niet door water, maar door Gods vuur.
De gemeente is niet alleen een plek waar je veilig bent voor het komende oordeel, maar ook de enige mogelijkheid om een nieuwe schepping te worden. In Handelingen 2:41 lezen we over de mensen die aan de gemeente toegevoegd worden, dat ze het Woord aanvaarden, zich lieten dopen, om vervolgens toegevoegd te worden aan de gemeente. Wanneer we Gods Woord, zowel het geschreven, als het vleesgeworden Woord, aanvaarden, ontvangen we vergeving van zonden en worden we opnieuw geboren. Deze bekering en wedergeboorte wordt symbolisch in de doop zichtbaar gemaakt, waarin men belijdt met Christus gestorven - en in nieuwheid des levens opgestaan te zijn. Dan wordt je ingevoegd in het grote bouwwerk dat aan het oordeel zal ontkomen.

Deze gemeente had Hij lief…

Met een eeuwige liefde

We lezen in 1 Johannes 4:8 en 16 dat God liefde is. Liefde is niet zomaar een gevoel bij God, maar behoort tot Zijn eeuwig, onveranderlijk wezen. Hij heeft niet alleen lief, maar Hij is liefde. Hij heeft de gemeente niet lief gekregen, maar had de gemeente al lief ‘van voor de grondlegging der wereld’. Voor ons is dit onbegrijpelijk. Hij meet zijn liefde niet af aan onze liefde voor Hem. Er staat in de Bijbel dat Hij ons liefhad toen we nog vijanden (ongelovigen) van Hem waren. Wat er ook gebeurt, Zijn liefde blijft!

Met een vrijwillige liefde
De Here God was absoluut niet verplicht de mensheid te redden. Na haar zoveel keer tevergeefs gewaarschuwd te hebben, had Hij het volste recht haar te laten vallen. Hij deed het echter niet. Vanuit Zijn genade riep Hij met eindeloos geduld de ontspoorde mens telkens weer tot Zich. Met een volkomen vrijwillige liefde kwam de Zoon van God naar onze wereld. Hij werd weerloos en zwak, als klein kind in Bethlehem geboren. Het was in een donkere nacht en diepe armoede waarin Hij kwam om juist hen, die in de duisternis verloren zijn, te redden. God wilde niet dat de wereld reddeloos verloren zou gaan. Zijn Zoon bracht deze redding en kwam geheel vrijwillig om Gods wil te vervullen.

Met een gevende liefde
Het kerstfeest wordt steeds meer een feest van geschenken. Het grootste kerstcadeau was echter de geboorte van Christus. Velen laten dit geschenk ingepakt liggen en kijken er niet eens naar om! Met Kerst gaat het om de gevende liefde van God. In Efeziërs 5:25 lezen we dat “Christus de gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft.” Het was Hem te doen om een gemeente waar gelovigen aan toegevoegd zouden worden. Het was niet Zijn plan om allemaal individuele gelovigen te winnen, die ieder op hun eigen manier het geloof zouden beleven. Geloven zonder kerk is volkomen onbijbels. Men heeft dan nog steeds niet door dat het Hem aan het kruis te doen was om een gemeente, waaraan een plaatselijke gemeente uitdrukking mag geven. Het gaat immers om Gods bouwwerk, waaraan we als levende stenen toegevoegd worden!

Met een overwinnende liefde
De liefde van God is altijd groter dan de haat van de mensheid. Toen de Heiland door de mensen verworpen, bespot en gekruisigd werd, groeide de haat van de wereld uit naar een geweldige climax. Toch was Gods liefde nog groter. Hij heeft aan het kruis voor Zijn vijanden gebeden en heeft het verlossingswerk tot aan het einde toe volbracht. Het waren onze zonden die Hij in Zijn lichaam aan het kruis heeft gebracht en waar Hij voor ons de straf gedragen heeft. De liefde van God was sterker dan de dood. Na drie dagen bleek Hij als overwinnaar uit de doden opgestaan te zijn. Met deze onoverwinnelijke liefde heeft Hij de gemeente gevuld. Op allerlei manieren heeft men door de eeuwen heen geprobeerd de gemeente te vernietigen. Toch is het de overwinnende liefde van God vóór en ín Zijn gemeente die telkens weer overwint. Ook bij de vele vervolgde christenen op dit moment.

Met een hoopvolle liefde
Ten slotte mogen weten, dat Hij de gemeente liefheeft met een hoopvolle liefde. Er komt een moment waarop de Here als Bruidegom Zijn gemeente als Bruid thuis zal halen. Daar kijken zowel Bruidegom als Bruid hoopvol naar uit. Met deze hoopvolle liefde zijn beiden vervuld. Is deze liefde ook in ons hart aanwezig? Mag Hij ons leven weer opnieuw vervullen met deze liefde? De Geest en de Bruid zeggen: Kom!

Ds. Theo Niemeijer