Image

Secretaris-generaal VN waarschuwt: 'De mensheid heeft de poorten van de hel geopend.'

Artikel
21 september 2023

Op 20 september jl. werd in het hoofdkwartier van de VN te New York een Climate Ambition Summit gehouden. Er waren 34 landen en zeven andere organisaties aanwezig om te praten over klimaatverandering en de impact ervan op de allerarmsten. Secretaris-generaal van de VN Antonio Guterres sprak de aanwezigen toe en zei letterlijk: ‘Humanity has opened the gates of hell.’ Of in het Nederlands: ‘De mensheid heeft de poorten van de hel geopend.’ Een opvallende uitspraak die laat zien hoe (quasi)religieus de klimaatbeweging is, maar ook hoe mis ze het hebben. De vergelijking met de hel raakt namelijk kant noch wal.

De uitspraak van de secretaris-generaal over de poorten van de hel had betrekking op de opwarming van de aarde de laatste jaren. ‘Verschrikkelijke hitte heeft verschrikkelijke effecten,’ zo klonk het in Guterress’ openingsspeech. ‘Boeren in nood zien hun oogsten weggespoeld worden door overstromingen. Steeds hoger wordende en aanzwellende temperaturen brengen ziektes voort.’

De hel op aarde?
Er is niemand in de Bijbel die zoveel spreekt over de hel als Jezus, onze Heer. Hij heeft het in dit verband vaak over de ‘gehenna’. Dit was een vallei (de vallei of het dal van Hinnom) ten zuiden en zuidwesten van de stad Jeruzalem. In de tijd van Jezus was het de afvalstortplaats. Eeuwen daarvoor, ten tijde van de eerste tempel, was het een plaats waar kinderen werden geofferd voor de Baäl (Jer. 7: 31). Daarom werd de plek vervloekt door de profeet Jeremia. In Jeremia 19 lezen we hoe hij namens God het oordeel uitspreekt over deze vallei en voorzegde dat de naam van de vallei ‘Moorddal’ zal worden (Jer. 19: 2-6).
Ten tijde van Jezus was het dus de plek waar het afval naar toeging. Het werd daar verbrand en opgeslagen. Het was vies, onrein, vervloekt, stinkend en vol vuur en rook. 

Jezus nu gebruikt deze plek en dit beeld om aan te geven wat de bestemming van de goddelozen is als dit leven ophoudt en ze verloren gaan. De hel is in die zin het tegenovergestelde van het Koninkrijk van God. Deze hel is een plaats van vuur en lijden (Lukas 16: 23-24), een plek waar zelfs de ziel ‘ten gronde kan worden gericht’ (Mt. 10: 28). Jezus omschrijft het als een plek waar het gejammer is en het tandengeknars (Mt. 8: 12, 25: 30, 13: 50, etc.). Dat laatste is trouwens geen verwijzing naar pijn, maar naar woede. In het oude oosten namelijk was het knarsen van tanden een teken van haat, frustratie en blinde woede, in dit geval naar God. Mensen in de hel zijn en blijven dus woedend op God. Hun rebellie komt zelfs daar niet ten einde. Ze zullen van God verlaten zijn en nooit meer bij Hem kunnen komen terwijl ze in hun pijn door woede worden verteerd. Verschrikkelijk!

Secretaris-generaal Guterres vergelijkt de situatie als gevolg van de klimaatveranderingen hiermee. Bijbels gezien is dat, zo moge duidelijk zijn, de grootst mogelijke onzin. Wat wij hier meemaken op aarde is daarmee niet te vergelijken. Hoe het klimaat ook op hol slaat, het is in geen enkel opzicht te vergelijken met het Bijbelse onderwijs over de hel. Daarbij moeten we niet vergeten dat God hier in deze werkelijkheid nog volop aanwezig en aan het werk is. De Heer zelf zegt in Mt. 5: 45 over God in de hemel (met waarschijnlijk een verwijzing naar Psalm 50 in het achterhoofd): ‘…want Hij laat zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.’ God zorgt nog steeds voor zijn schepping en voor ons daarin. Goed, slecht, goddeloos of vroom. Dat is in de hel zeker niet het geval.

Maar belangrijker nog dan het absurde van deze uitspraak aan te tonen, is dat hiermee opnieuw weer wordt aangetoond dat de klimaatbeweging religieuze pretenties heeft. De term hel is immers geen neutrale term, maar een specifiek religieuze term.
Opnieuw wordt duidelijk hoe de klimaatbeweging daarmee een religie is. Een religie voor de moderne, goddeloze mens, die de leegte van het bestaan probeert op te vullen met het idee van het redden van de planeet en daarmee jezelf en de mensheid te verlossen van het kwaad van vervuiling. Want dat is de oerzonde van de mens en als we maar genoeg boete doen door minder te vliegen, minder vlees te eten, en wat dies meer zij, dan zal alles beter worden. Dan zal het paradijs op aarde komen en de wereld letterlijk hemels zijn. Maar doen we dat niet, dan wacht ons de hel, waarvan wij kennelijk de poorten al hebben geopend. Laten we toch ingrijpen, want: mens verlos uzelf!

Een andere, betere duiding
De Bijbel toont ons echter een geheel ander beeld. Zij leert ons dat de tijden zich bereiden en dat naarmate de komst van onze Heer dichterbij komt, de wereld ten onder zal gaan in toenemende chaos, verwarring, ellende en natuurrampen. Jezus spreekt in dit verband over weeën (Mt. 24: 7), een beeld dat Paulus in zijn brief aan de Romeinen overneemt als hij spreekt over 'barensnood' (Rom. 8: 22). Op een gegeven moment zal dit overgaan in oordelen, ook door de natuur en de natuurlijke orde der dingen die verstoord raakt. Wat wij nu zien zou daar heel goed een stap in kunnen zijn. Wij mensen maken namelijk inderdaad wel de door God gemaakte schepping kapot, terwijl het onze taak is om voor die schepping te zorgen (Gen. 1: 25-28). En zoals Gods Woord ook steeds weer laat zien: zonden hebben consequenties, want met zonde roep je het oordeel af over jezelf. Dit zien we ook hierin gebeuren overal om ons heen. Maar we moeten nooit vergeten dat we onszelf niet kunnen verlossen. Geenszins! Er is maar een Verlosser en zijn Naam is Jezus. Hij maakt ons van zonden vrij en door Hem zullen wij een nieuw hart en leven krijgen. Alleen door Hem kunnen dingen anders worden.

Dat voorkomt trouwens ook dat we in de echte hel belanden, want in geloof gaan we over van het duister naar het licht, omdat God ons daarin plaatst (Kol. 1: 13). Dan zijn wij burgers van Gods Koninkrijk en huisgenoten van God (Ef. 2: 19). En dat is iets met eeuwigheidswaarde. Iets met hoop op de ware hemel en de vernieuwing van de schepping aan het einde van de tijd (Opb. 21: 5). Dat lijkt ons zinvoller dan de holle, quasi-religieuze retoriek, van deze VN-bobo.