Image

SIRE-campagne over hoop: een hopeloze bedoening

Artikel
10 januari 2024

SIRE start een campagne over hoop. De stichting is van mening dat de moderne Nederlander wel wat hoop kan gebruiken. Maar als je God niet hebt, waarin vind je dan echte en vooral blijvende hoop? Een hopeloze bedoening als je het ons vraagt.

Campagne
We leven in onzekere tijden. Klimaatverandering, oorlogen, ziektes en leed overal. Soms zakt je daardoor de moed je in de schoenen, aldus SIRE. Terwijl juist in zware tijden hoop houden belangrijk is. Tot zover kunnen wij de campagne beamen. 

SIRE komt vervolgens met #lichtpuntjes. Ze noemen er twaalf: verbinding zoeken, denken aan mooie dingen, geloven dat je meer kunt dan je denkt, doelen stellen, fantaseren over jouw hoop, weerbaarheid vergroten, verdriet dat mag er zijn, onzekerheid mag je omarmen, oefen jezelf daarbij in dankbaarheid, doe leuke dingen, je kunt alles leren, achter elke angst schuilt een verlangen. 

Het tekort van de goddeloze wereld en de ongelovige mens
Op zich klinkt het allemaal mooi wat de reclamejongens en meiden van de Amsterdamse stichting hebben bedacht, maar denk je echt na over wat er wordt gezegd, dan is het nietszeggend leeg en blijf je uiteindelijk met lege handen achter. Alles wat in deze twaalf lichtpuntjes genoemd wordt is immers vergankelijk en tijdelijk en in die zin net zo totaal hopeloos als al het andere.

De Franse filosoof en schrijver Albert Camus laat dit scherp zien. Hij was een belangrijk persoon in de Franse, existentialistische school die met name na de Tweede Wereldoorlog groot was. Hij was geen gelovige, maar hij was wel een hele intelligente man die al op zijn 44ste levensjaar de Nobelprijs voor de literatuur won. 
Camus geloofde in de hoop. Niet voor de individuele mens, maar wel voor de mensheid. Hij was van mening dat de mensheid door volharding en strijd tegen de onvermijdelijke ondergang, iets kon neerzetten dat het individu oversteeg en hoop kon geven. Daar zette hij zich voor in. Totdat hij op een gegeven moment inzag dat dit ook geen heil bracht.
Zijn laatste boek ‘La Chute’ ('De val' in het Nederlands) gaat daarom over een Fransman in een Amsterdamse bar die aan andere bargasten over zijn leven vertelt. Dat leven komt neer op wanhoop en nihilisme. Geen mens is goed en het is allemaal zinloos, zo vertelt de hoofdpersoon. Hij neemt daarbij zichzelf als voorbeeld.
Dit was dus de conclusie van het leven en denken van Camus. Na al die hoop kwam hij in de lege wanhoop uit. Het is een conclusie die je als ongelovige ook niet anders kunt trekken, als je consequent over je positie nadenkt zoals Albert Camus dat deed. 

Immers alles gaat voorbij hier en de mens is en blijft verdorven slecht en zal daarom ook steeds weer slechte dingen doen. Hoe mooi en goed iets ook is, geef het tijd en het zal worden gecorrumpeerd, het zal sterven, het zal verdwijnen en ten onder gaan. Camus zag dit zeer scherp.
En dan kun je wel aankomen met verbinding zoeken met anderen, maar ook daar zul je merken dat mensen feilbaar zijn en dat relaties kapotgaan (tot aan oorlogen aan toe). Je kunt aankomen met doelen stellen, maar die doelen zul je nooit allemaal bereiken in deze gebroken wereld. En zelfs al bereik je ze wel, dan zullen ook die weer vergaan. Een mooie relatie? Je partner of jij zal sterven. Een baan en een carrière? Ooit ga je met pensioen. Geld en goed? Ooit ga je dood en dan kun je er niets van meenemen. Of je word ziek zonder dat daar een genezing voor te koop is. Wat heb je er dan nog aan?

Prediker
Een ander wijs man, Salomo, wist dit duizenden jaren geleden ook al. In Prediker 1: 1-11 lezen we van hem: ‘Lucht en leegte, alles is leegte. Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven, al zijn moeizaam gezwoeg onder de zon?’ Om daar verderop aan toe te voegen: ‘Alles is vermoeiend, zozeer dat er geen woorden voor te vinden zijn. De ogen van een mens kijken en vinden geen rust, zijn oren horen en ze blijven horen. Wat er was, zal er altijd weer zijn, wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan… De vroegere generaties zijn vergeten, en ook de komende zullen weer worden vergeten.’ 
Niets is hier blijvend, alles is ijdelheid der ijdelheden, zoals het in oudere vertalingen zo schitterend wordt omschreven. Dat is wat het leven hier op aarde is en biedt. Alles is en wordt aangetast door het kwaad en onze zondigheid. En dus is daar geen hoop in te vinden. Om hopeloos van te worden.

Echte hoop
Er is maar één plek waar echte hoop te vinden is en dat is bij God. Hij heeft een plan met deze wereld en zal dat volvoeren. Hij biedt ons in Jezus een uitweg uit de zinloosheid aan. Eeuwig leven en een blijvend burgerschap in zijn Koninkrijk. En als Hij terugkomt, zal Hij een nieuwe hemel en aarde maken, dan zal het hemelse Jeruzalem neerdalen en zullen wij voor altijd met de Heer zijn, want Hij maakt alle dingen nieuw (Opb. 21: 5). Welk lijden er hier ook is, het heeft dus niet het laatste woord. Het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid die ons in de toekomst zal worden geopenbaard (Rom. 8: 18) en dus zijn wij in deze hoop gered (Rom. 8: 24). 
En met deze hoop komen we nooit bedrogen uit. Het is namelijk hoop van God die onveranderlijk is. Petrus zegt in zijn eerste brief dat onze hoop in de hemel wordt bewaard voor ons (1 Petrus 1: 3 & 4). Daar zal die niet worden aangetast door zonde, dood, vergankelijkheid, mot en roest. Daar mogen we zeker van zijn.  

Aardse hoop verbleekt en is tijdelijk. Het kan niet vervullen. Maar God biedt eeuwige hoop van Hem.

Wat kunnen we dan toch hieruit meenemen? 
Een campagne over hoop is dus hopeloos als de hoop van het geloof niet wordt meegenomen daarin. En toch leert het ons iets, want SIRE's campagne toont aan dat er hopeloosheid wordt ervaren. Dat is niet alleen een indruk die velen van ons christenen hebben als ze naar de samenleving kijken, maar dat is kennelijk ook iets dat de goddeloze mens zelf zo ervaart. Er is leegte. En mensen zullen erachter komen dat aardse zaken daarin niet kunnen voorzien.
Je kunt dan of vervallen in wanhoop en cynisme dan wel nihilisme zoals Camus, of je kunt je uitstrekken naar de echte en enige hoop in Christus.

We eindigen daarom met de tekst uit Romeinen 10 vers 13 en 14: ‘Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ Maar hoe kunnen ze Hem aanroepen als ze niet in Hem geloven? en hoe kunnen ze in Hem geloven als ze niet over Hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over Hem horen als Hij niet verkondigd wordt?’

Als mensen ontdekken dat aardse hoop geen hoop biedt, dan mag klinken dat er een uitweg is uit het duister en de leegte. Die weg is gegeven in Jezus. Hij is de Waarheid, in Hem is het leven. Zorg toch dat ieder het weet voordat het te laat is!