Dienstknechten (2)

Henk Schouten • 78 - 2002/03 • Uitgave: 12
In deze serie een zevental typeringen van het karakter van ons dienen van de Here Jezus. Misschien helpt het ons om te zien hoe Gods Woord ons aanspoort om de Here Jezus vandaag in onze wereld te volgen. Vandaag de tweede: “Dienstknechten”.

1. Getuigen
2. Dienstknechten
3. Medearbeiders
4. Evangelisten
5. Strijders
6. Vissers
7. Priesters


Het in het Nieuwe Testament gebruikte woord voor dienstknecht heeft feitelijk een veel sterkere betekenis dan uit het door ons gebruikte woord dienstknecht klinkt. Het betekent 'slaaf' in tegenstelling tot 'vrije'. De dienstknecht 'doulos' was de slaaf van de meester en het Griekse woord voor meester klinkt op negatieve wijze door in onze taal namelijk als despoot. En despotisme (dwingelandij) is een afkeurenswaardige zaak. In de oorspronkelijke zin gaat het om alleenheerschappij. Zo kunnen we zeggen dat de Here Jezus, of de Here God zo u wilt 'alleenheerser' is en naast Hem geen andere goden duldt. Wanneer we dienstknecht van Christus zijn dan gaat het dus niet om arbeidsverhoudingen in de moderne zin van het woord, met een 8-urige werkdag, atv of een deeltijdfunctie misschien. Er is ook niet zoiets als een vakbond voor knechten van Christus en staken voor betere arbeidsvoorwaarden is er nog minder bij. De beloning is overigens uitstekend en straks mogen we bij Hem thuis komen wonen. Maar nu nog zijn we dag en nacht dienstknecht van de meester. Of we zijn het niet. Dat betekent dus dat de meester dag en nacht over ons beschikken kan en mag of niet.

Eigenlijk is ieder mens, zolang hij op aarde is, een dienstknecht of beter een slaaf. Of hij is slaaf van de zonde, of daarvan vrijgemaakt een slaaf van de gerechtigheid. Om een goed dienstknecht van de Here Jezus te zijn, moeten we vrij zijn:

a) Vrij van de zonde. Zo lezen we in Romeinen 6:17 en 18 'gij waart slaven der zonde......en, vrijgemaakt van de zonde zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid'.

b) vrij van de wet 'Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen' (Romeinen 7:4).

c) En vrij van de mensen. 'Indien ik nog mensen trachtte te behagen, zou ik geen dienstknecht van Christus zijn' (Galaten 1:10). 'Weest geen slaven van mensen' (1 Korinthe 7:23).

Het is dus een duidelijke opgave om nergens anders aan te haken en op niemand anders te zien dan op de Here Jezus, Hij is onze meester. Wat we dan zien is adembenemend? Dan zien we dat Hij 'in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen' (Filippenzen 2:6,7). Ditzelfde lezen we ook in Lukas 21:27, daar staat: 'Maar Ik ben in uw midden als dienaar'. We kunnen prachtig zingen: Jezus, Hij is koning. Maar het is evenzeer bijbels te zingen: Jezus, Hij is dienaar!

In onze opvattingen is het niet populair om dienaar te zijn, het woord 'knecht' is ook meer en meer aan het verdwijnen uit onze woordenschat, wie wil er nog knecht zijn? Ligt daar misschien niet een enorme uitdaging voor de gelovigen en volgelingen van Jezus? Vanuit de aarde gezien is dat misschien niet aantrekkelijk, maar vanuit hemels perspectief is het een hoge roeping, zo lezen we tenminste in Openbaring 22:3 en 4: 'En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren, en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn'.

Gij dienaars van Hem, die alles regeert
verenigt uw stem, verheft en vereert
de naam aller namen, vol rijkdom en kracht,
bezing Hem tezamen, Gods arm is met macht.

(Zangbundel Joh. de Heer 840)

ds. Henk Schouten