Tora - Gods onderwijs
In de Hebreeuwse Bijbel komen verschillende woorden voor die gebruikt worden om aan Israël Gods wil en bedoeling bekend te maken. Deze woorden betreffen het godsdienstige, burgerlijke en sociale leven en kunnen worden aangeduid als ‘wetstermen’. Het gaat om woorden als: wet, gebod, voorschrift, inzetting, bepaling, recht. Belangrijk hierbij is te weten dat juist deze ‘wetstermen’ in de Schrift gebruikt worden om verschillende aspecten van Gods Woord te benoemen. Op een aantal hiervan gaan wij daarom - één woord per rubriek - nader in. Wat hebben deze woorden ons nu te zeggen?
Tora
Het eerste Hebreeuwse woord dat genoemd kan worden is 'Tora’.1 Dit woord wordt meestal vertaald met ‘wet’, maar dat is een te beperkte weergave van de term. ‘Tora’ wordt veelal opgevat als afleiding van het werkwoord ‘yarah’: onderwijzen, onderrichten, instrueren, aanwijzen, aanduiden. Op grond hiervan betekent ‘Tora’: onderricht, onderwijs, leer, aanwijzing, instructie, gids, wet. In het Nieuwe Testament wordt ‘Tora’ in het Grieks weergegeven met ‘nomos’, dat vertaald wordt met ‘wet’. ‘Tora’ duidt op Gods regel, richtsnoer en onderwijzing voor Zijn volk. De aard hiervan is gezaghebbend, bindend en geldt daarom als wet. Gods ‘Tora’/onderwijs is immers bedoeld om in acht te nemen. Het gebruik van de term ‘Tora’/onderricht is niet beperkt tot godsdienstige zaken, maar betreft alle aspecten van het menselijke leven. ‘Tora’/leer kan specifieke wetten inzake Israëls eredienst of het sociale leven betreffen, maar kan evengoed op woorden van een profeet slaan. <
Tora: onderricht voor het hart om ter harte te nemen
De ‘Tora’ is Israëls grondslag, door God gegeven in schriftelijke vorm als ‘Wetboek’ (Deut. 31:26a; vgl. 17:18,19; 27:3,8).2 Deze ‘Tora’/leer/wet dient centraal te staan in het leven van Gods verbondsvolk (Ex. 24:12; Deut. 1:5). Maar de Here vraagt hierbij vooral het hart, want Hij verlangt naar gehoorzaamheid uit liefde en ontzag voor Hem: “…wat eist de HERE uw God van u dan… in al zijn wegen te wandelen en Hem lief te hebben… te dienen met uw hele hart” (Deut. 10:12; vgl. 6:5; 30:20a). Dat verlangen van God is onveranderd en geldt elke gelovige!
‘Tora’ in de zin van ‘onderricht’ slaat op Gods onderwijzing en leiding die Hij de Zijnen geeft als richtsnoer voor een gezegend leven in gemeenschap met Hem. Niet facultatief of selectief bedoeld, maar als gezaghebbende wet die geheel gevolgd moet worden. Daarom krijgt Jozua de opdracht voortdurend met heel Gods ‘Tora’/leer bezig te zijn, die te overdenken om “…verstandig te handelen… Dat het boek van deze ‘Tora’/leer niet wijke van uw mond… opdat u onderhoudt te doen naar alles wat daarin geschreven is…” (Joz. 1:7,8). Een indringende oproep die nog steeds vanuit de Schrift tot ons komt. Geef ik gehoor?
In de loop van Israëls geschiedenis riep God via profeten voortdurend op tot het vasthouden van zijn ‘Tora’/wet en de leer ervan niet te veronachtzamen. Amos wees op de overtreding van het verlaten van de ‘Tora’ (Amos 2:4). Sefanja kreunde dat de priesters - leraren moesten zij zijn! - de ‘Tora’/leer geweld aandeden (Sef. 3:4). Toch staat vast: “…uit Sion komt de ‘Tora’/leer…” (Jes. 2:3c).
Geestelijke wijsheid ligt in Gods ‘Tora’/leer (Spr. 1:8b; 6:20b). Spreuken roept op die niet te vergeten (Spr. 3:1); rijke zegen ligt in het bewaren ervan (Spr. 29:18; vgl. 28:4).
‘Tora’ kan op de gehele Schrift slaan. Toen Jezus in discussie met Joodse leiders zei “…staat niet geschreven in uw ‘Tora’…” citeerde Hij een psalm (Joh. 10:34; Ps. 82:6).
Een Torapsalm
In bepaalde Psalmen wordt de ‘Tora’ geprezen als Goddelijke leer. Psalm 119 is zo’n ‘Torapsalm’.3 De auteur ervan is een man in grote nood, verdrietig en veracht (verzen 25,28,42,50-53, enz.), maar hij prijst en beschrijft de ‘Tora’ als bron van zegen (vers 1), waarheid (vers 142), voorwerp van zijn liefde (verzen 97,113,163), begeerlijk om altijd te bewaren (vers 44). Hij zegt: “De ‘Tora’/leer uit Uw mond is mij beter dan duizenden goud of zilver(stukken)…” (vers 72). Onuitputtelijke rijkdom ons gegeven…! “Grote vrede is er voor wie Uw ‘Tora’/onderwijs liefhebben…” (vers 165).
“Hoe lief heb ik Uw ‘Tora’…” (Ps. 119:97).
Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk
1 Al eerder kwam - zeer compact - dit woord ‘Tora’ aan de orde. We gaan nu uitvoeriger op dit begrip in.
2 De term ‘Tora’ komt voor in verschillende aanduidingen/benamingen voor de boeken van Mozes: ‘Boek van de Tora’ (Joz. 1:8), ‘Boek van de Tora van MozesÂ’, ‘Tora van Mozes’ (Joz. 8:31; Neh. 8:2; 10:29; Ezra 3:2), ‘Boek van Mozes’ (Ezra 6:18), ‘Tora van God’ (Neh. 8:9,19; Ezra 7:6,12,21; vgl. Neh. 10:28,29).
3 Het woord ‘Tora’ komt hierin 24 keer voor.
Tora
Het eerste Hebreeuwse woord dat genoemd kan worden is 'Tora’.1 Dit woord wordt meestal vertaald met ‘wet’, maar dat is een te beperkte weergave van de term. ‘Tora’ wordt veelal opgevat als afleiding van het werkwoord ‘yarah’: onderwijzen, onderrichten, instrueren, aanwijzen, aanduiden. Op grond hiervan betekent ‘Tora’: onderricht, onderwijs, leer, aanwijzing, instructie, gids, wet. In het Nieuwe Testament wordt ‘Tora’ in het Grieks weergegeven met ‘nomos’, dat vertaald wordt met ‘wet’. ‘Tora’ duidt op Gods regel, richtsnoer en onderwijzing voor Zijn volk. De aard hiervan is gezaghebbend, bindend en geldt daarom als wet. Gods ‘Tora’/onderwijs is immers bedoeld om in acht te nemen. Het gebruik van de term ‘Tora’/onderricht is niet beperkt tot godsdienstige zaken, maar betreft alle aspecten van het menselijke leven. ‘Tora’/leer kan specifieke wetten inzake Israëls eredienst of het sociale leven betreffen, maar kan evengoed op woorden van een profeet slaan. <
Tora: onderricht voor het hart om ter harte te nemen
De ‘Tora’ is Israëls grondslag, door God gegeven in schriftelijke vorm als ‘Wetboek’ (Deut. 31:26a; vgl. 17:18,19; 27:3,8).2 Deze ‘Tora’/leer/wet dient centraal te staan in het leven van Gods verbondsvolk (Ex. 24:12; Deut. 1:5). Maar de Here vraagt hierbij vooral het hart, want Hij verlangt naar gehoorzaamheid uit liefde en ontzag voor Hem: “…wat eist de HERE uw God van u dan… in al zijn wegen te wandelen en Hem lief te hebben… te dienen met uw hele hart” (Deut. 10:12; vgl. 6:5; 30:20a). Dat verlangen van God is onveranderd en geldt elke gelovige!
‘Tora’ in de zin van ‘onderricht’ slaat op Gods onderwijzing en leiding die Hij de Zijnen geeft als richtsnoer voor een gezegend leven in gemeenschap met Hem. Niet facultatief of selectief bedoeld, maar als gezaghebbende wet die geheel gevolgd moet worden. Daarom krijgt Jozua de opdracht voortdurend met heel Gods ‘Tora’/leer bezig te zijn, die te overdenken om “…verstandig te handelen… Dat het boek van deze ‘Tora’/leer niet wijke van uw mond… opdat u onderhoudt te doen naar alles wat daarin geschreven is…” (Joz. 1:7,8). Een indringende oproep die nog steeds vanuit de Schrift tot ons komt. Geef ik gehoor?
In de loop van Israëls geschiedenis riep God via profeten voortdurend op tot het vasthouden van zijn ‘Tora’/wet en de leer ervan niet te veronachtzamen. Amos wees op de overtreding van het verlaten van de ‘Tora’ (Amos 2:4). Sefanja kreunde dat de priesters - leraren moesten zij zijn! - de ‘Tora’/leer geweld aandeden (Sef. 3:4). Toch staat vast: “…uit Sion komt de ‘Tora’/leer…” (Jes. 2:3c).
Geestelijke wijsheid ligt in Gods ‘Tora’/leer (Spr. 1:8b; 6:20b). Spreuken roept op die niet te vergeten (Spr. 3:1); rijke zegen ligt in het bewaren ervan (Spr. 29:18; vgl. 28:4).
‘Tora’ kan op de gehele Schrift slaan. Toen Jezus in discussie met Joodse leiders zei “…staat niet geschreven in uw ‘Tora’…” citeerde Hij een psalm (Joh. 10:34; Ps. 82:6).
Een Torapsalm
In bepaalde Psalmen wordt de ‘Tora’ geprezen als Goddelijke leer. Psalm 119 is zo’n ‘Torapsalm’.3 De auteur ervan is een man in grote nood, verdrietig en veracht (verzen 25,28,42,50-53, enz.), maar hij prijst en beschrijft de ‘Tora’ als bron van zegen (vers 1), waarheid (vers 142), voorwerp van zijn liefde (verzen 97,113,163), begeerlijk om altijd te bewaren (vers 44). Hij zegt: “De ‘Tora’/leer uit Uw mond is mij beter dan duizenden goud of zilver(stukken)…” (vers 72). Onuitputtelijke rijkdom ons gegeven…! “Grote vrede is er voor wie Uw ‘Tora’/onderwijs liefhebben…” (vers 165).
“Hoe lief heb ik Uw ‘Tora’…” (Ps. 119:97).
Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk
1 Al eerder kwam - zeer compact - dit woord ‘Tora’ aan de orde. We gaan nu uitvoeriger op dit begrip in.
2 De term ‘Tora’ komt voor in verschillende aanduidingen/benamingen voor de boeken van Mozes: ‘Boek van de Tora’ (Joz. 1:8), ‘Boek van de Tora van MozesÂ’, ‘Tora van Mozes’ (Joz. 8:31; Neh. 8:2; 10:29; Ezra 3:2), ‘Boek van Mozes’ (Ezra 6:18), ‘Tora van God’ (Neh. 8:9,19; Ezra 7:6,12,21; vgl. Neh. 10:28,29).
3 Het woord ‘Tora’ komt hierin 24 keer voor.