In Christus wordt alle profetie vervuld

Gert van de Weerd • 85 - 2009 • Uitgave: 6
Efeziërs 1:8b-10 (NBV) ‘Hij (God) heeft ons in al zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.’ In Christus wordt dus alle profetie vervuld. Dat gebeurt als Hij Zijn Gemeente ophaalt en naar de hemel brengt. Op aarde wordt Hij dan koning van het Messiaanse Rijk.

Profeten waren geen robots
Elke profeet droeg zijn eigen persoonlijkheid met zich mee. Dat ‘eigene’ is herkenbaar in hun boeken. Toch spreken al Gods profeten met ‘één mond’, want de bron van de profetische boodschap is altijd gelijk: Dat is God. Aangezien de Almachtige Zichzelf niet kán tegenspreken, moet die eenheid in spreken ook uit de manier van uitleg van profetie blijken. Die kan dus nooit tot tegenstrijdigheden leiden, want dat zou het goddelijk gezag ervan ondermijnen.

Schrift met Schrift vergelijken
Als er bij de bestudering van Bijbelse profetie vragen ontstaan, dan moeten we de antwoorden in de Bijbel zelf zoeken. We noemen die methode van studie ‘Schrift met Schrift vergelijken’. Die studiezin is niet aan een ieder gegeven. Vandaar dat de Bijbel spreekt van leraren, die de taak hebben onderwijs te geven (Ef. 4:11-13).

De Profetie komt tot leven
Vóór 1900 werd er weinig onderzoek gedaan naar eindtijdprofetie. Natuurlijk was er wel kennis, maar zij die dat hadden, waren als roependen in de woestijn. Echter, zo rond 1900 begonnen Joden terug te keren naar het beloofde land. Dat trok de aandacht van die christenen, die de tekenen van de tijd verstonden.
In 1948 werd de Joodse staat opgericht. Dat vormde een sleutelmoment, want velen kwamen tot het besef, dat zo oude profetieën vervuld werden. Het gevolg was een enorme toename van Bijbelstudie over de Eindtijd. En zie wat er gebeurde. Profetieën die eens duister leken, kwamen tot leven. Dat is geen toeval; het is door God voorzegd; Daniël 12:4 (NBV) ‘Maar houd deze woorden geheim, Daniël, en verzegel het boek tot de eindtijd. Velen zullen op zoek gaan en de kennis zal toenemen.’

Een opwindende tijd!
Daniël spreekt dus over een bedekking van de profetie. Dat is onmacht om het te begrijpen. Maar ook, dat die bedekking zal verdwijnen in de Eindtijd en dat dan de kennis zal vermeerderen. Dat is heden het geval!
Wij leven dus in een opwindende tijd, waarin de Raad Gods snel naar zijn totale vervulling toegaat. Wie goed luistert, hoort reeds de voetstappen van de komende Messias! Daarin dienen we het oog op het volk Israël te richten en op Jeruzalem. Daar gaat het allemaal gebeuren.

Gunstgenoten van God
Kan iedereen die de Bijbel opslaat profetie begrijpen? Beslist niet. De sleutel tot die kennis ligt in de geaardheid van de student. Ook hier biedt de Bijbel duidelijkheid; Daniël 12:8-10 (NBV) ‘Ik hoorde het (= de profetie), maar begreep het niet en zei: ‘Mijn heer, hoe zal dit alles aflopen?’ Maar hij zei: ‘Ga heen, Daniël, want deze dingen blijven verborgen en verzegeld tot de eindtijd. Velen zullen zich laten reinigen, zuiveren en louteren, maar de wettelozen zullen wetteloos handelen; en geen van de wettelozen zal het begrijpen, maar de verlichten zullen het wel begrijpen.’
Deze tekst maakt duidelijk, dat inzicht in eindtijdprofetie pas zal optreden als die Eindtijd nabij is. Maar ook dan zullen slechts de verlichten het begrijpen. Dat zijn Gunstgenoten van God, mensen die Hij dat inzicht geeft. Over die goddelijke wijsheid spreekt Openbaring 13:18 (NBV) ‘Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is zeshonderdzesenzestig.’ En Openbaring 17:9 (NBV) ‘Hier komt het aan op wijsheid en inzicht. De zeven koppen zijn zeven heuvels waarop de vrouw zit, en het zijn zeven koningen.’

Wijsheid voor de verstandigen
Er is veel gespeculeerd over de betekenis van deze verzen. Dat is vergeefs, totdat de Heilige Geest wijsheid geeft de profetie te verstaan. Echter, ook dan blijkt dat inzicht voorbehouden te zijn aan een beperkte groep. Dat zijn de verlichten; Zij die geloven én de profetie bestuderen. Die bijzondere status van de gelovige om eindtijdprofetie te kunnen verstaan vinden we bevestigd in Openbaring 1:3 (NBV) ‘Gelukkig is wie dit voorleest, en gelukkig zijn zij die deze profetie horen en zich houden aan wat hier gezegd wordt.’ En Openbaring 22:6 (NBV) ‘De Heer, de God die profeten bezielt, heeft zijn engel gestuurd om aan zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet.’
Wie dit voorleest… Dat is een ieder die profetie onderwijst. Die deze profetie horen… Dat zijn de gelovigen die de profetie verstaan. Zij worden Zijn dienaren genoemd; Gunstgenoten van God.
Vergelijkbare uitdrukkingen vinden we in Mattheüs 24:15 en Marcus 13:14 (NBG), waar geschreven staat: ‘Wie het leest (de wijze), geve er acht op.’ Maar ook in Openbaring 2 en 3 (NBG), waar de zeven brieven aan de Gemeenten aldus eindigen: ‘Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt.’

God spreekt door Zijn Woord tot alle gelovigen. Jammer genoeg luisteren velen niet goed. Zij hebben dus een oor dat niet op luisteren is ingesteld. De wijze heeft dat wel. Daarom ontvangt hij inzicht. Die verlichting uit de Heilige Geest blijkt ook uit 1 Thessalonicenzen 5:4-5a (NBV) ‘Maar u, broeders en zusters, u leeft niet in de duisternis, zodat de dag van de Heer u zou kunnen overvallen als een dief, want u bent allen kinderen van het licht en van de dag.’
De opname van de Gemeente bewaart de gelovige voor de duisternis (de Grote Verdrukking). De wijze kent zijn Bijbel. Bijbelvaste christenen zullen Jezus Christus verwachten en niet worden overvallen, zoals dat ongelovigen zal overkomen (1Tess. 5:2-3).
Het Oude Testament kent vergelijkbare uitdrukkingen. Bijvoorbeeld Zacharia 9:1 (grondtekst) ‘Bestemd voor hen, die het oog houden op de HERE en op alle stammen van Israël.’ En Micha 6:9 (grondtekst) ‘dan is het wijsheid als men uw Naam daarin ziet.’

Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht…
In al de geciteerde teksten gaat het om gelovigen die op Gods tijd inzicht en wijsheid verwerven om profetie over de Eindtijd te verstaan. Dit proces loopt parallel aan de toename van het kwaad in de wereld. Nog een kenmerk waaraan kan worden afgemeten of de Eindtijd aanstaande is. Net als aan een toenemende staat van heiligheid, die de ware gelovige in die laatste periode zal kenmerken. Daniël 12:10 (NBV) ‘Velen zullen zich laten reinigen, zuiveren en louteren, maar de wettelozen zullen wetteloos handelen; en geen van de wettelozen zal het begrijpen, maar de verlichten zullen het wel begrijpen.’

De ware gelovige wordt dus heiliger in de Eindtijd en meer afkerig van het kwaad. Parallel daaraan neemt de intentie van het kwaad toe. Openbaring 22:11 (NBV) ‘Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goeddoet zal nog meer goeddoen, en wie heilig is zal nog heiliger worden.’

Wel, dit proces, waarin wijsheid, dus inzicht, wordt verkregen, maar ook goed en kwaad scherper tot contrast komen, is heden in werking!

Gert A. van de Weerd

Uit: God bepaalt de tijd; uitgave Zoeklicht.