God is groter dan ons lijden

Martin Penning • 92 - 2016 • Uitgave: 6
Na een aantal tragische gebeurtenissen, waaronder de dood van zijn zoontje en het in vlammen opgaan van zijn kapitaal in Chicago, besloot Horatio Spafford (1828-1888) voor een trip naar Engeland te vertrekken. Door omstandigheden vertrokken zijn vrouw Anna en zijn vier dochters eerder. De lijnboot waar zij mee voeren kwam op volle zee in aanvaring met een Brits schip. De vier dochters verdronken en alleen Spaffords’ vrouw overleefde de scheepsramp.

Negen dagen na het afscheid van zijn gezin ontving Spafford een telegram van zijn vrouw uit Engeland, met daarop de woorden: ‘Saved alone’, alleen gered. Spafford reisde zijn vrouw achterna. Tijdens de reis haalde de kapitein van het schip Spafford naar de brug en vertelde hem dat ze op dat moment langs de plek voeren waar zijn vier dochters waren omgekomen. De van kinderen beroofde vader ging naar zijn hut en las 2 Koningen 4:26, waar Elisa zijn knecht Gehazi de vrouw liet vragen:’ Is het wel met u?’ en zij antwoordde: ‘Het is wel’. Op basis van deze woorden dichtte Spafford de hymne ‘It is well with my soul’, het is goed met mijn ziel.

Geen goed beeld van God
In meer of mindere mate worden wij allemaal geconfronteerd met lijden. Dat kan op grote schaal zijn, zoals natuurgeweld, oorlog of een terroristische aanslag. Wij kunnen ook in het persoonlijke leven te maken krijgen met lijden, door het kwijtraken van een baan en de financiële gevolgen daarvan, een echtscheiding, ziekte van een dierbare of de dood van een kind.
Bij het overdenken van het lijden denken we onwillekeurig aan Job, de zwaarbeproefde man uit het land Uz. Hij heeft er geen idee van wat er zich in de hemelse sferen afspeelt. Job is geruïneerd en aan zijn zweren krabbend zit hij op de puinhopen van zijn bestaan. Zijn vrienden komen op bezoek en willen hem duidelijk maken dat Job heeft gezondigd en dat daarom dit leed hem treft. Maar door de gesprekken met zijn vrienden maakt de Heere duidelijk dat Job te hoog van zichzelf en te gering over God denkt. Door het lijden heen komt Job tot de erkenning dat hij meer gezegd heeft dan hij kan verantwoorden en buigt voor de Almachtige.
Vaak is het moeilijk om menselijk lijden en God met elkaar te verenigen. Doordat er geen goed beeld van God is, ervaren wij Hem als de grote afwezige in tijden van moeite en verdriet. Uiteindelijk komen wij dan tot de schrale troost: ‘God heeft het ook niet zo gewild.’ Daarmee zeggen we dat het God even uit de hand is gelopen, maar dat Hij de draad na een moeilijke periode weer met ons zal oppakken. Dat is toch geen troostvolle gedachte, dat de Heere niet alles in Zijn hand heeft? Door de veronderstelling dat God alleen maar goed is en ons geluk op het oog heeft, is er geen plaats meer voor God en lijden.

God is groter
Job spreekt daar toch heel anders over als hij te maken krijgt met lijden: ‘De Heere heeft gegeven en de Heere heeft genomen; de naam van de Heere zij geloofd!’ En even later zegt Job tegen zijn vrouw: ‘Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen? In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet.’
Wij weten dat de satan aanwezig was bij al het kwade wat Job overkwam. Maar Job nam het kwaad niet uit de tweede hand, de hand van satan, maar uit de eerste, de hand van God. Ook zegt Job niet dat de Heere het heeft toegelaten in zijn leven. Job ontvangt het leed als rechtstreeks komend van God. God was in het geheel niet de passieve partij die de satan als meerdere moest erkennen. Maar het was God die actief de satan gebruikte voor Zijn doel.
Een Bijbels doordenken van het lijden en het zicht houden op wie God is, is van wezenlijk belang om te gaan begrijpen hoe we moeten omgaan met het leed in ons leven. We moeten gaan begrijpen dat de God die Zich aan ons openbaart in de Bijbel, de almachtige en soevereine God is. De God die niet loslaat wat Zijn hand begonnen is te doen. Deze God die wij, door geloof in Zijn Zoon, Vader mogen noemen, is volledig te vertrouwen. Alleen met dit beeld van God kunnen wij leren dat Hij een doel heeft met zowel het goede en het lijden wat ons overkomt.

Tijd verspild
Een tijd van lijden wordt vaak gezien als een verspilde tijd. Het lijden is in zijn geheel niet nuttig en beperkt het leven. Vaak wordt er na een moeilijke periode gezegd: “Deze periode moeten we maar snel vergeten en ons weer richten op wat komen gaat.”
Maar het doel van ons leven is om God te verheerlijken. Hoewel het moeilijk is om te begrijpen en misschien nog wel moeilijker om toe te passen, betekent dit dat Gods glorie het eerste doel is, ook in ons lijden. In het leven van een mens gaan lijden en glorie gelijk op. Ook in de Bijbel zien wij op verschillende plaatsen dat lijden en glorie aan elkaar verbonden zijn: ‘Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een alles overtreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg’ (2 Korintiërs 4:17). Ons lijden is, als we er goed mee omgaan, tot eer van God.
Dat is tegengesteld aan de boodschap die in veel kerken verkondigd wordt, dat God je hier op aarde heeft geplaatst voor jouw geluk en voor jouw welzijn. Het kan zijn dat we al zo met deze boodschap geïnfecteerd zijn dat we het bovenstaande als stuitend ervaren. Het ergert ons om te lezen dat in tijden van moeite en ellende wij God kunnen eren en grootmaken. Het is een feit dat God in alle situaties aanwezig is, dat Hij de regie houdt en tot Zijn doel komt. ‘Want Hij doet smart aan én Hij verbindt; Hij verwondt én Zijn handen genezen’ (Job 5:18). De goedheid van God en het lijden passen als twee puzzelstukjes precies in elkaar.

Een pasklaar antwoord
In het leven zullen wij niet alles begrijpen wat ons overkomt. Wij blijven zitten met onopgeloste raadsels. Wij krijgen geen pasklare antwoorden op ons ‘waarom’, ‘waarom zo’, of ‘waartoe’? Het is de vraag of Job in zijn leven ooit op de hoogte is gesteld van het gesprek tussen de Heere en satan. Het is niet aan ons mensen om alles te verklaren. Het lijden in de wereld en het persoonlijke lijden kunnen zinloos lijken en onze verklaringsmodellen schieten tekort. Maar aan Gods almacht en Zijn vaderlijke zorg hoeven wij niet te twijfelen. Hoewel het ons raadselachtig lijkt, mogen we op de Heere vertrouwen. Lijden waar wij in bepaalde gevallen zelfs van vinden dat het zinloos is, past in Gods raadsbesluiten. Als mens zijn wij niet in de positie om zaken als zinloos te betitelen, omdat Gods bestuur voor een deel voor onze ogen verborgen blijft. Wij kunnen als mens God niet ter verantwoording roepen voor Zijn daden. Wij mogen in geloof en vertrouwen zeggen: ‘’t Is mij goed, wat God doet: ’t is mij goed, wat mijn God mij beschikt’ (Joh. de Heer 264).

Christus als schat in het lijden
Lijden vormt de kern van het christelijke geloof. Het is de manier waarop de Heere Jezus aan ons gelijk werd en ons verloste van de zondemacht. Zonder lijden is er geen verzoening, geen vergeving, geen herstel met de Heere. Maar juist door de kruisdood, het meest afschuwelijke martelwerktuig op aarde, is er intimiteit met God de Vader mogelijk.
Vanaf het ontstaan van de gemeente is er ook lijden als gevolg van het volgen van de Heere Jezus. De eerste gemeenten werden op een afschuwelijke manier opgejaagd en vervolgd. Door de eeuwen heen zijn er vele gelovige martelaren geweest, tot op de dag van vandaag. Door alle eeuwen heen is het volgen van de Heere Jezus gepaard gegaan met lijden, moeite en verdriet. Dat zal ook altijd zo blijven, hoewel veel predikers ons anders doen geloven. In het lijden mogen we ons oog gericht houden op de Man van smarten, de Heere Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. De Heere Jezus weet waar wij doorheen gaan, omdat Hij op dezelfde wijze verzocht is geweest. Hij is de bron van kracht!

Martin Penning