Gods verborgen omgang

Feike ter Velde • 86 - 2010 • Uitgave: 9
Er zijn tegenwoordig heel wat conferenties voor christenen van allerlei kerkelijke richtingen. Conferenties met elk hun eigen thema’s en hun eigen beloften, die aan deelname zijn verbonden. Thema’s als genezing, bevrijding, heelheid van het bestaan, bevrijding van gebondenheden, vrijzetting van eerdere vervloekingen, kortom aan thema’s en beloften geen gebrek. Het ziet er ook meestal zeer goed verzorgd uit. Knallende toespraken, Power Point presentaties, compleet met muziek en tal van de allerlaatste snufjes. Allemaal om een betere christen te worden. Maar worden we dat daardoor ook? Of moeten we het elders zoeken?

Gods verborgen omgang (Psalm 25:14), van God met ons en van ons met God, de levende God, de Schepper van hemel en aarde is een bijna ongelofelijk fenomeen. Iets dat men alleen maar door ondervinding, bevinding, in de stilte van de eigen binnenkamer kan beleven en doorleven. Het is iets dat voor onszelf en vanuit onszelf ondenkbaar is. Het is niet te realiseren door welke activiteit van onze kant dan ook. We kunnen van alles ondernemen in het godsdienstige leven en de meeste dingen zijn best goede dingen, maar het kan niet de werkelijkheid van Gods verborgen omgang met ons realiseren. Dit moet namelijk geheel en al van Hemzelf uitgaan! Om dat te leren zien, moeten we de God van de Bijbel beter leren kennen, zodat we de verschillende Godsbéélden niet langer verwarren met God Zelf.

Wat wij doen en ondernemen, vanaf de zondagse kerkdienst tot aan doordeweekse bijeenkomsten en conferenties toe, heeft te maken met de beelden die wij van God maken en uitdragen aan en overdragen op anderen. Dat geldt voor de zondagse preek, voor de Bijbelstudiebijeenkomsten, voor allerlei stichtelijke lezingen en noem maar op. Daar wordt niet bereikt wat we hier in de Psalm lezen. En in feite komen we dan bij de nood van de kerk vandaag en de nood van het christenleven. We zoeken het wezenlijke van het christelijk geloof, we denken het soms gevonden te hebben, we kunnen korte tijd enthousiast zijn voor datgene wat we gevonden hebben en dan ebt het na enige tijd toch weer weg en er blijft niet veel van over. Er blijft daarom steeds een grote markt voor christelijke conferenties, waar mensen hun geloof kunnen belijden en nieuwe dingen kunnen leren en ervaren.
Op zich is daar niets mis mee, maar het voorziet niet in het wezenlijke van wat de verborgen omgang met de Here ten diepste wil zeggen en uitwerken in het leven. Uit armoede stellen we ons soms tevreden met surrogaat, in plaats van te zoeken naar de diepste werkelijkheid van God die Hij in Zijn Woord en door Zijn Geest aan ons wil meedelen. Vaak door een ontstellend gebrek aan Schriftkennis blijft het er dan bij. Mensen worden teleurgesteld in het christelijk geloof, zodat men na verloop van tijd een zeker cynisme ontwikkelt, dat alle geloofsvreugde verder afbreekt en teniet doet.
Dat is op zijn minst tragisch.

Het is een bittere noodzaak van deze tijd om terug te keren tot de Schrift, de Bijbel. En die Bijbel open te doen in de binnenkamer, waar men biddend tot stilte kan komen, Want uiteindelijk moet de Bijbel gelezen worden als het persoonlijke Woord van de levende God tot een ieder van ons. We moeten leren de Bijbel devotioneel te leren lezen. Dat is beter dan rationeel of intellectueel. In allerlei geschriften, studies, proefschriften en doctoraalstudies lezen we dingen over de Bijbel, d.w.z. meningen over de Bijbel en wat we er van moeten vinden en hoe we de Bijbel eigenlijk zouden moeten lezen volgens de nieuwste inzichten van doctor zus of zo. We kunnen hier bijvoorbeeld denken aan de debatten over schepping of evolutie, de betrouwbaarheid van de Bijbelse geschiedenissen etc. Maar Gods wegen zijn onnaspeurlijke wegen. Hij mengt Zich ook niet in onze intellectuele verhandelingen. Men discussieerde in Jezus’ dagen over het feit of er iets goeds uit Nazareth zou kunnen komen. Daar kwam Hij immers vandaan. Hij mengde zich er niet in en liet niet eens weten dat Hij in Bethlehem was geboren, naar de Schriften! Hij liet ze maar babbelen. Men meende dat Hij de zoon van Jozef, de timmerman, was. Men meende van alles en nog wat en men kon het nog bewijzen ook! Immers, Zijn ouders woonden in Nazareth en Zijn vader had daar zijn timmerwinkel. Hij was bovendien een mens van vlees en bloed. Hij was ook vermoeid, Hij had ook honger en dorst en Hij was niets anders dan ieder ander mens van vlees en bloed. En toch: hoe vergiste men zich door zó over Hem te spreken! Met andere woorden, de levende God laat Zich niet bewijzen door intellectuele beschouwingen, hoe interessant of academisch ook geformuleerd. Hij is de Eeuwige, de Onnaspeurlijke, zowel in Zijn scheppingshandelen door Zijn Woord en Geest, als ook in Zijn dagelijkse omgang met de mens. Ook Jezus Zelf, de Zoon van de levende God, God de Zoon, was als zodanig onnaspeurlijk. Daarom spreekt die prachtige tekst in Psalm 25:14 dan ook over de verborgen omgang van God met de mens. Die omgang is niet uit te leggen in gewone mensentaal. Want in die verborgen omgang met God zijn ook onuitsprekelijke dingen te horen (2 Korintiërs 12:4).

De mens is altijd bezig geweest met het zoeken naar God en het beleven van Zijn aanwezigheid. Met name de geschiedenis van de mystiek spreekt boekdelen. Men wil zo graag God bewijzen, ook in het persoonlijk leven. Alleen, dat kan niet los van Gods Woord, Zijn openbaring. Het eerste wat we dan leren is dat we niet moeten zoeken zonder het kompas van de Bijbel. Hij openbaart Zich in Zijn Woord, want Zelf woont Hij in een ontoegankelijk licht.
Paulus schrijft het zo: ‘…tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen’ (1 Timoteüs 6:15-16).
We leren daaruit dat wij Hem niet kunnen bereiken met onze eigen inspanningen, vrome daden, zelfkastijding, lofprijzing en voortdurend herhalen van dezelfde woorden of liederen. In de mystiek gebeurden en gebeuren nog steeds gruwelijke dingen door mensen die in hun godsdienst iets willen worden of bereiken. Jaarlijks laten mensen zich kruisigen op de Filippijnen, of kruipen kilometers op hun knieën over stenen straten en betonnen pleinen om zo het heiligdom te bereiken met bloedende knieën en totaal uitgeput. De Bijbel wijst dat alles af. Anderen zoeken het in vasten tot in het extreme of in tal van andere acties. Paulus rekent af met al die uiterlijkheden als hij schrijft:
‘Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is. Laat niemand u de prijs doen missen door gewilde nederigheid en engelenverering, als ingewijde in wat hij heeft aanschouwd, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijk denken, terwijl hij zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het gehele lichaam, door pezen en banden ondersteund en samengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt.
Indien gij met Christus afgestorven zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak niet, smaak niet, roer niet aan; dat alles zijn dingen, die door het gebruik teloorgaan, zoals het gaat met voorschriften en leringen van mensen. Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid met zijn eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam, zonder enige waarde (en dient slechts) tot bevrediging van het vlees’
(Kolossenzen 2:16-23).

In de verborgen omgang met God gaat het erom dat Hij met ons in gesprek komt en wij met Hem. Daarom staat er direct bij dat Hij Zijn verbond met ons bekend maakt! Daarom moet elke christen het geheim van de binnenkamer leren ontdekken. We moeten de ruimte ervoor vinden in onze tijd, in onze dag- of weekindeling. Daarin moeten we dan ook tot stilte komen en tot aanbidding. We gaan dan ontdekken dat Hij tot ons is gekomen in de Here Jezus, door Zijn Geest die in ons woont, als we waarlijk tot Hem zijn bekeerd. Dan gaan we zien dat we ons volkomen aan Hem moeten overgeven, toevertrouwen, Hem overal toelaten in ons binnenste, ons denken, ons handelen, ons verleden en onze toekomst.
Als Hij overal toegang krijgt, kan Hij ons over al die dingen wat zeggen en Zijn verbond met ons bekend maken. Dat is niet theologisch of dogmatisch, maar persoonlijk en innerlijk, betrekking hebbend op de dingen, op alle dingen, van ons bestaan. Daar leren we de barrières op te ruimen die er tussen Hem en ons in staan en mogen we de verborgen omgang met de Here binnentreden. We mogen Zijn heiligdom binnengaan (Psalm 73:17) en dan komen al onze vragen in een ander licht te staan, in Zijn licht! Dan grijpt Hij onze rechterhand en zal ons leiden door Zijn raad (Psalm 73:24). We gaan zien dat we door Hem zijn bemind, geliefd, aanvaard, begrepen en vergeven!

Alle andere dingen in de godsdienst zijn slechts surrogaat, menselijk, eigendunkelijk en zonder enige waarde. In de surrogaatgodsdienst wordt van alles beloofd en geëist, maar niets waargemaakt. Bij God Zelf vinden we echter de bron van het leven en in Zijn licht zien wij het licht (Psalm 36:10). Wie het daar zoekt zal het vinden!

Feike ter Velde