Image

Bijbelse standvastigheid in een veranderende wereld

Artikel
05 juni 2024

Dit artikel is bijzonder. Niet per se om het artikel zelf, maar om wie het geschreven heeft. Het is namelijk geschreven door een nieuwe auteur, de 17-jarige (!) Sebastiaan Hoedt. Hij stelt zichzelf eerst even voor:

'Ik ben Sebastiaan Hoedt, 17 jaar en wonende te Brugge (België). Ik volg Taal en Communicatie in het vijfde middelbaar en mijn interesses zijn lezen, de actualiteit volgen en het in het licht van de Bijbel plaatsen, zending/evangelisatie, de vervolgde kerk en Israël.'


De maatschappij vlucht weg van de Waarheid en ook vele christenen gaan daarin mee, terwijl zij juist het Licht zouden moeten laten schijnen in deze duistere tijden. Ze houden hun mond bij ethische zaken en de moderne kerk krijgt steeds meer kenmerken van lauwheid.

Kinderlijk zwart-wit denken de kop ingedrukt
Ik herinner me dat ik van jongs af van mijn ouders en grootouders meekreeg dat als je de Here Jezus in je hartje hebt, je een wit hartje hebt en als je niet in de Here Jezus als je Heer geloofde, dan heb je een zwart hartje. Dat heerlijke kinderlijke zwart-wit denken. Het is wat simpel gesteld, maar in essentie wel waar: zo leert de Bijbel al dat de Waarheid van het licht tegenover de duisternis staat, maar in deze tijd wordt deze waarheid en zuivere leer steeds minder verkondigd. Het wordt nu vaak als discriminatie en ongelijkheid gezien. Want iedereen heeft toch wel iets goeds in zich? Waar is die kinderlijke radicaliteit gebleven? Zijn we niet van de Weg geraakt en op een eindeloos spoor van inclusiviteit belandt?

Lauwe gemeente als teken van de huidige tijd!
In Openbaring hoofdstuk 3 schrijft de Here Jezus aan de gemeente van Laodicea: 'Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet! Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal ik u uit Mijn mond spuwen(...) Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.'
Wat een radicale woorden, maar zeer van toepassing op onze tijd. De Here Jezus zou ons ook een brief kunnen hebben gestuurd met het bevel om ons te bekeren van onze lauwheid, onze on-radicaliteit en ons on-zwart-wit denken. Als we denken aan al die radicalen van de vroege Kerk die hun leven op het spel hebben gezet voor het Evangelie en die in de Romeinse arena's werden gegooid of als levende fakkels werden gebruikt in de tuinen van keizer Nero, dan zijn wij heel lauw. De Britse evangelist Leonard Ravenhill schreef eens: 'The Early Church was a Living Church, ours is a languishing Church. The Early Church died for Christ, we won't even live for Him.' (vert.: 'De vroege Kerk was een levende Kerk, de onze is een wegkwijnende Kerk. De vroege Kerk stierf voor Christus, wij willen niet eens leven voor Hem.') Wij mogen als moderne kerk best radicaler zijn.

Zelfs wanneer wij de enigste zijn in de gemeente die nog geloven in de onfeilbaarheid en onveranderlijkheid van Gods Woord, mogen we vastberaden blijven vasthouden aan de Bijbel. Want dat is ons fundament. Een radicale christen zijn betekent ook je mond opendoen als het gaat om ethische thema's waar de Bijbel een antwoord op heeft als Israël, homoseksualiteit/LGBTQ, abortus, euthanasie, enz. Het zijn zaken waar wij, anders dan niet-christenen die zich baseren op de veranderlijkheid van de mens en maatschappij, meestal een ander antwoord hebben op basis van de Bijbel, maar waar we maar weinig gebruik van maken of zelfs niet meer in geloven. Ik schreef het eens zo: 

'Gods Woord heeft geen probleem met het erkennen van de moeilijkheden waar wij als mens en maatschappij mee te maken hebben. Maar wij hebben een probleem met het erkennen dat Gods Woord het antwoord daarop biedt en het gezag heeft om ons daarnaar te schikken.' 

Steek je nek uit!
Ik kan het niet genoeg herhalen: durf je nek uit te steken en blijf verkondigen wat de Bijbel zegt. En ja, dan kan je onenigheid krijgen zelfs met je gemeente, omdat het niet meer in lijn ligt met de hedendaagse ‘inclusieve’ leer en velen zelf blind zijn geworden voor het eeuwige, exclusieve en onfeilbare Woord van God. Dat is jammer genoeg de realiteit waarmee we stilaan moeten leren leven.
We zijn niet de eersten die dit moeten meemaken als we kijken naar predikanten die in de communistische landen kerken moe(s)ten verlaten omdat de kerk i.p.v. het Kruis, de leer van het communisme predikt(e) (bv. Richard Wurmbrand). Onder vele christenen wordt de zuivere leer niet meer aanvaard en het Kruis van Christus heeft plaats moeten maken voor een heel ander evangelie, een evangelie van Zijn liefde voor ‘mij’, ‘mij’ en nog eens ‘mij’ waarbij je zeker jezelf mag blijven zonder dat er vooraf sprake is van enige bekering. Iets waar Paulus de Galaten voor waarschuwde: 'Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.'

Conclusie
'Ik bezweer u, ten overstaan van God en de Heere Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht. Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels. Maar u, wees nuchter in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle.'
2 Timotheüs 4:1-5

'Doet alles zonder morren of bedenkingen, opdat gij onberispelijk en onbesmet moogt zijn, onbesproken kinderen Gods te midden van een ontaard en verkeerd geslacht, waaronder gij schijnt als lichtende sterren in de wereld, het woord des levens vasthoudende, mij ten roem tegen de dag van Christus, dat ik niet vruchteloos (mijn wedloop) gelopen, noch vruchteloos mij ingespannen heb.'
Filippenzen 2:14-16

Laten wij nu als Bijbelgetrouwe christenen stand houden; de zuivere leer verkondigen en een gekruisigde Christus prediken (1 Kor. 1: 23), nu er nog tijd is! Want het einde is reeds in zicht en we gaan met rasse schreden naar onze Heerlijkheid die wij, die in Christus zijn, mogen verwachten.    

Sebastiaan Hoedt